Dit is een exploratief onderzoek naar de sociaal-culturele processen in livemuziek, met specifieke focus de plek die dat als culturele uiting in een stad inneemt. Digitalisering en internet resulteren in afnemende verdiensten op fysieke geluidsdragers, tot voor kort de belangrijkste inkomstenbron voor de muziekindustrieën. Livemuziek wordt steeds belangrijker in het verdienmodel. Bovendien is livemuziek in een belangrijke asset van een stad. Culturele uitingen geven een stad kwaliteit van leven, een aspect waarin steden zich in toenemende mate in moeten onderscheiden. Desondanks is er eerder weinig kwalitatief, goed generaliseerbaar onderzoek naar livemuziek gedaan. Deze scriptie heeft getracht een beter generaliseerbaar model te schetsen, met behulp van bestaande theorieën uit de cultuurwetenschappen en sociologie. Omdat livemuziek op verschillende niveaus relevant is, zijn meer economische invloeden ook niet genegeerd. Het resultaat biedt een zo compleet mogelijk beeld van de processen in het circuit voor livemuziek. Het onderwerp van onderzoek van deze scriptie is Rotterdam, als grote stad met veelbesproken livecircuit een dankbaar onderzoeksonderwerp. Het onderzoek heeft de vorm van een exploratieve casestudy, gebaseerd op een groot aantal rapporten en publicaties over de stad, en veertien kwalitatieve diepte-interviews met spelers uit het livecircuit. De twee kernbegrippen van het onderzoek zijn ten eerste 'culturele infrastructuur', oftewel de faciliteiten in een stad die culturele uitingen mogelijk maken, gebaseerd op de theorieën van onder anderen Blau (1985; 1989), Wijn (2003) en Landry (2005). Het andere concept is 'sociale structuur', dat gebruikt is om de relevantie van de sociale wereld van het livecircuit in kaart te brengen. De basis hiervoor waren de theorieën van Granovetter (1973), Becker (1982) en Bourdieu (1993), en specifieker voor popmuziek die van onder anderen Cohen (1991), Kruse (2003) en Crossley (2009). Resultaten laten zien dat de digitalisering en institutionalisering van popmuziek zorgen voor toenemende commerciële belangen in de culturele processen rond het livecircuit. In Rotterdam is dit het best zichtbaar door algehele liberalisering, marktgeoriënteerde opstelling van de overheid en betrokkenheid van commerciële partijen. Ook maakt dit onderzoek duidelijk dat sociaal-culturele processen in een stad gebaat zijn bij een complete kerninfrastructuur. Het gat dat in de Rotterdamse infrastructuur bestaat, zorgt voor een onbalans in de sociale structuur waardoor deze niet optimaal functioneert. Muziek is een kunstvorm en vaart ook bij slechte tijden, maar desondanks zou Rotterdam gebaat zijn bij een alternatief exploitatiemodel of desnoods een algehele verschuiving van paradigma.

, , , , , , , , , ,
Hitters, H.J.C.J.
hdl.handle.net/2105/15254
Media en Cultuur
Erasmus School of History, Culture and Communication

Essel, R.L. van. (2013, August 30). Rotterdam Popstad. Media en Cultuur. Retrieved from http://hdl.handle.net/2105/15254