Deze studie onderzoekt de effecten die de demografische en fysieke buurtkenmerken op de perceptie van wanorde hebben. De demografische buurtkenmerken die in dit onderzoek aan de orde komen zijn het aandeel niet-westerse migranten, etnische diversiteit en de residentiële instabiliteit. Daartegenover staan de fysieke kenmerken van de buurt. Om dit onderzoek te kunnen uitvoeren is een multi-level analyse uitgevoerd op data van de sociale index 2010 samengevoegd met data die verkregen is via het CBS (Centraal Bureau voor de Statistiek, 2010), een interactieve kaart over bouwperioden (Esri, 2014) en een interactieve kaart over functies van gebouwen (Geodan, 2014). De theorie van Sampson en Raudenbush (2004) veronderstelt dat door stereotypering een bepaald beeld over een buurt ontstaat die bijdraagt aan een toename van de gepercipieerde wanorde. Zoals door deze theorie voorspeld werd, blijkt dat het aandeel niet-westerse migranten in een buurt voor een hogere perceptie van wanorde zorgt. Volgens de constricttheorie van Putnam zorgt etnische diversiteit in een buurt voor een afname van het sociaal kapitaal van de bewoners. Uit eerder onderzoek is gebleken dat een lage sociale cohesie voor een toename van de gepercipieerde wanorde kan zorgen (Brown, Perkins, & Brown, 2004; De Hart, 2012; Reisig & Cancino, 2004; Wickes, Hipp, Zahnow, & Mazerolle, 2013). Zoals door bovenstaande theorieën wordt voorspelt leidt een hogere etnische diversiteit tot een hogere gepercipieerde wanorde en dat dit verklaard kan worden door de lagere sociale cohesie die door de diversiteit wordt veroorzaakt. Wanneer een buurt een hoge residentiële instabiliteit heeft, kan dit nadelige effecten hebben op de sociale cohesie in de buurt en daarmee ook op de perceptie van wanorde. Zoals al eerder is besproken, wordt verwacht dat een goede sociale cohesie in een buurt voor een afname van de gepercipieerde wanorde zorgt. In dit geval zou een residentiële instabiliteit dus moeten zorgen voor een afname van de sociale cohesie en daardoor voor een toename van de gepercipieerde wanorde. Er worden in dit onderzoek geen resultaten gevonden die deze theorie ondersteunen. Naast bovengenoemde demografische buurtkenmerken wordt in dit onderzoek ook de invloed van de fysieke buurtkenmerken op de perceptie van wanorde onderzocht. De invloed van de fysieke omgeving op de sociale cohesie en daarmee ook op de gepercipieerde wanorde vindt zijn oorsprong bij de theorie van Jane Jacobs (1992). Volgens haar heeft dit alles te maken met de diversiteit van de fysieke omgeving. Dit zorgt levendigheid en spontaniteit. Jacobs stelt onderstaande vier voorwaarde centraal die een positieve bijdrage leveren aan de sociale cohesie. Menging van primaire functies, diversiteit van de bouwperioden, de diversiteit van het stratenpatroon en de concentratie van bewoners en gebouwen. In tegenstelling tot de theorie van Jacobs worden in mijn onderzoek geen resultaten gevonden die haar theorie ondersteunen.

, , , , ,
Waal, Dr. J. van der (Jeroen), Snel, Dr. F.G. (Erik)
hdl.handle.net/2105/17861
Sociology
Erasmus School of Social and Behavioural Sciences

Meusen, M.L.M. (Merel). (2014, August 31). Welke rol speelt de buurt bij de perceptie van wanorde?. Sociology. Retrieved from http://hdl.handle.net/2105/17861