In oktober 2010 is met het vaststellen van het Uitvoeringsprogramma Zuidwestelijke Delta 2010- 2015+ (UP) door de Stuurgroep Zuidwestelijke Delta een belangrijke stap gezet in het streven naar een delta die veilig, ecologisch veerkrachtig en economisch vitaal is. Met de beoogde acties uit het UP wordt de estuariene dynamiek vergroot, wat gevolgen heeft voor de gebruiksfuncties en de natuur in de delta. De kansen die de dynamiek biedt voor economie en ecologie moeten door middel van een ontwikkelingsvisie op de ruimte die ontstaat inzichtelijk voor de gebruikers in de delta worden gemaakt. Binnen deze ruimte, ‘ontwikkelingsruimte’, moeten de ecologische- en economische belangen op elkaar worden afgestemd. Het thema ontwikkelingsruimte staat centraal in deze thesis en gaat de komende jaren een belangrijke rol spelen. Het kabinet-Rutte (2010) legt immers de nadruk op het vergroten van de economische potentie, naast de andere pijlers veiligheid en economie. Ontwikkelingsruimte wordt in dit onderzoek gezien als ‘de gedeelde ruimte voor het maken van combinaties tussen het water en de natuur (ecologie) enerzijds en de ruimtelijke kwaliteiten en economische ontwikkelingen anderzijds, die op basis van overeenstemming tussen actoren over feiten, beelden en ambities kan worden ingevuld’. Er is sprake van overeenstemming, zodra er over een specifiek thema binnen een casus door een coalitie van actoren consensus is bereikt over de inhoud in de sporen van feitenvorming, beeldvorming en wilsvorming. Deze overeenstemming moet worden gefaciliteerd door het hanteren van strategieën van de lokale actoren. Ook het Programmabureau van de Zuidwestelijke Delta heeft een viertal strategieën opgesteld die het komen tot ontwikkelingsruimte bevorderen. De eventueel bereikte overeenstemming is in eerste instantie overigens mentaal van aard; deze dient vervolgens nog fysiek in het plangebied te worden ingevuld. Aan de hand van twee ruimtelijke projecten binnen de zuidwestelijke delta, waarbinnen economie en ecologie met elkaar om voorrang strijden, is gekeken in hoeverre er mogelijkheden zijn voor actoren tot het bereiken van ontwikkelingsruimte. Daarbij ligt de nadruk op de ontwikkeling van de sporen, de strategieën die gehanteerd zijn door actoren binnen de sporen, en de mogelijkheden tot het bereiken van overeenstemming voor ontwikkelingsruimte. Tevens moet het onderzoek inzicht bieden in hoeverre de strategieën van de lokale actoren aansluiten bij de strategieën van het Programmabureau, en of er mogelijkheden zijn voor aanvullingen op de strategieën van het Programmabureau. Op basis van het onderzoek kan worden geconcludeerd ten aanzien van de sporen dat het spoor van feitenvorming in grote mate bepalend is voor het verloop van de sporen van beeldvorming en wilsvorming. De trekkers van de projecten spelen hierin een belangrijke rol. De feiten die zij bij aanvang van het project aanleveren, worden door het merendeel van de actoren overgenomen en doorvertaald naar de beelden en ambities die zij hebben ten aanzien van het project. Wat daarbij opvalt, is dat er een grote unanimiteit bestaat onder (semi-)overheden, en dat belangengroeperingen de neiging hebben om hun eigen autonome sporen van feiten, beelden en ambities te volgen. De strategieën die actoren hanteren om binnen de sporen tot consensus te komen, zijn zowel coöperatief als competitief van aard. Beide soorten kunnen een positieve en negatieve bijdrage leveren aan het komen tot de uiteindelijke overeenstemming tussen actoren over een specifiek thema binnen de sporen waardoor mentale ontwikkelingsruimte kan worden bereikt. Op basis van de strategieën binnen de sporen, doen er zich binnen de casussen een aantal mogelijkheden voor waarbij coalities tussen actoren zijn gevormd die op basis van consensus over een specifiek thema in alle sporen tot overeenstemming zijn gekomen. Het gaat daarbij om coalities die bestaan uit enkel economische of een combinatie tussen economische en ecologische actoren. Deze coalities zorgen ervoor dat er combinaties kunnen worden gemaakt binnen de mentale gedeelde ruimte tussen economische of economische en ecologische actoren, op basis van overeenstemming binnen de sporen van feitenvorming, beeldvorming en wilsvorming over een specifiek thema. Economie en ecologie kunnen binnen ruimtelijke projecten daarom met elkaar worden verbonden. Deze mentale ontwikkelingsruimte kan vervolgens fysiek worden ingevuld. De strategieën van het Programmabureau Zuidwestelijke Delta, ‘slim samenwerken’, ‘compensatie’, ‘innovatie’ en ‘verduurzaming’, sluiten allen bij één of meerdere coöperatieve strategieën van lokale actoren aan. Het Programmabureau houdt bij het faciliteren van ontwikkelingruimte geen rekening met strategieën die een negatieve bijdrage kunnen leveren aan het bereiken van ontwikkelingsruimte. Tevens zijn er een aantal strategieën van lokale actoren die op basis van de geanalyseerde casussen aantonen dat er mogelijkheden zijn tot aanvullingen op de strategieën van het Programmabureau.

, , ,
Buuren, Dr. M.W. van, Klijn, Prof.Dr.E.H.
hdl.handle.net/2105/10024
Public Administration
Erasmus School of Social and Behavioural Sciences

Begijn, B. (2011, August 31). Ontwikkelingsruimte in de Zuidwestelijke Delta.. Public Administration. Retrieved from http://hdl.handle.net/2105/10024