In deze thesis is het fenomeen formatlokalisering onderzocht. In de hedendaagse, gemondialiseerde televisie-industrie worden programma’s internationaal verhandeld. Hierdoor vertoont het televisieaanbod in verschillende landen over de hele wereld veel gelijkenissen. Mondialisering van de media-industrie wordt dan ook vaak in verband gebracht met (culturele) homogenisering. Toch geeft televisiepubliek volgens onderzoek de voorkeur aan lokale of nationale televisie boven buitenlandse programma’s, door haar voorkeur voor culturele nabijheid. Culturele producten, zoals televisieprogramma’s, kunnen hierdoor bij internationale verspreiding op linguïstische en culturele grenzen stuiten. Televisieformats lijken hiervoor de oplossing te vormen. Een format is een raamwerk voor een televisieprogramma dat in het land van bestemming wordt geproduceerd, waarbij het format aangepast kan worden aan het nationale publiek. Hierdoor verschillen adaptaties van hetzelfde format van elkaar en kan er nationale cultuur in een formatversie worden uitgedrukt. Zo kan formatlokalisering culturele nabijheid tussen een formatversie en een publiek bewerkstelligen. De internationale handel in formats zou zodoende niet bijdragen aan homogenisering van het aanbod en van cultuur, maar juist culturele diversiteit ondersteunen. Om dergelijke gevolgen van het verhandelen en lokaliseren van formats te onderzoeken, is in deze thesis onderzocht hoe formatversies worden gelokaliseerd en in welke programmakenmerken lokalisering zich uit. Een volledig seizoen van de Nederlandse en Australische adaptatie van het Britse realityformat Farmer Wants a Wife zijn onderzocht door middel van een kwalitatieve inhoudsanalyse. De twee adaptaties zijn wat betreft linguïstische codes, intertekstuele codes en culturele codes met elkaar vergeleken. Uit de analyse blijkt dat formats niet zozeer aan culturele kenmerken van een land worden aangepast, maar meer aan andersoortige nationale kenmerken zoals geografie en het mediasysteem. De formatversies blijken voornamelijk van elkaar te verschillen wat betreft linguïstische codes, zoals mise-en-scène en setting. Dit wordt veroorzaakt door verschillen in het landschap en de geografie tussen de landen van productie. Het oogpunt van de betreffende omroep speelt als intertekstuele code een belangrijke rol in de lokalisering van het format. Doordat de Nederlandse versie door een publieke omroep wordt uitgezonden en de Australische versie door een commerciële, verschillen de narratieve lagen van de twee formatversies sterk van elkaar. Een code in de symbolische laag, die wijst op culturele verschillen tussen Nederland en Australië, is de stereotypering van boeren en de representatie van het boerenleven in de programma’s. Naast deze code, blijken de formatversies echter weinig van elkaar te verschillen wat betreft cultuur die in de programma’s wordt uitgedrukt. De onderzochte formats zijn grotendeels ‘gedwongen’ gelokaliseerd; doordat in realityformats beelden van ‘echte’, lokale mensen en omgevingen worden laten zien, doen de formatversies als vanzelf lokaal aan. De onderzochte formatadaptaties verschillen duidelijk van elkaar, maar ze zijn nauwelijks aangepast aan nationale cultuur. De opvatting dat formatversies door lokalisering lokale cultuur uitdrukken en dat ondanks de mondiale verspreiding van formats de culturele diversiteit behouden blijft, wordt door de resultaten niet ondersteund.

, , , , ,
Krijnen, Dr. T.
hdl.handle.net/2105/10567
Media & Journalistiek
Erasmus School of History, Culture and Communication

Keulen, J.R. van. (2011, August 31). Hollandse huiselijkheid versus Bush bachelors. Media & Journalistiek. Retrieved from http://hdl.handle.net/2105/10567