Hoewel het bezit en gebruik van een televisietoestel in bevindelijk gereformeerde kring van oorsprong om uiteenlopende redenen op veel waarschuwing en verbod kon rekenen, toont recent onderzoek van het Reformatorisch Dagblad aan dat in veel bevindelijk gereformeerde huishouden wel televisie via internet wordt gekeken. In deze scriptie is door middel van zowel kwantitatief als kwalitatief onderzoek geprobeerd licht te werpen op deze ontwikkeling. Dit masteronderzoek toont aan er een verband is tussen het wel of niet afwijzen van alle mogelijkheden om televisie te kijken en leeftijd. De groep ouderen die relatief vaak geen televisie heeft en ook op geen enkele manier televisie kijkt, zal er waarschijnlijk binnen nu en twintig jaar ‘op natuurlijke wijze uitgroeien’. Daarnaast lijkt de mate waarin een kerkgenootschap de televisie (eerder) afwees invloed te hebben gehad op de mate waarin kerkleden televisie kijken via internet. De verwachting is dan ook dat televisie kijken via internet, wat in wenig kerken expliciet wordt veroordeeld, de komende jaren in bevindelijk gereformeerde kring zal toenemen. Deze groeiende acceptatie van televisie kijken (via internet) lijkt in eerste instantie in strijd met de theorie waarin duidelijk naar voren komt dat bevindelijk gereformeerden om zeer uiteenlopende principiële redenen en op basis van een bredere (afwijzende) cultuurvisie het kijken van televisie volledig afwezen. Het kwalitatieve deel van dit masteronderzoek toont aan dat bevindelijk gereformeerden die geen televisie hebben maar wel televisie kijken via internet (‘niet-tv-bezittende-selectieve-kijkers’) hier echter een logische verklaring voor hebben, die datgene wat eerder bekend was over de relatie van bevindelijk gereformeerden met televisie nuanceren. De argumenten en bredere (afwijzende) gereformeerde visie op cultuur, op basis waarvan de televisie eerder werd afgewezen, lijken niet breed (meer) gedragen binnen de groep ‘niet-tv-bezittende-selectieve-kijkers’. De argumentatie die daarentegen binnen de groep ‘niet-tv-bezittende-selectieve-kijkers’ dominant lijkt als verklaring voor het gegeven dat ze geen televisie hebben maar wel televisie via internet kijken, luidt samengevat als volgt: “Met een gewone televisie kun je niet goed bewust en selectief kijken en komt er meer ‘rotzooi’ binnen dan goede programma’s en om die reden is de televisie vaak buiten de deur gehouden. Voor televisie via internet, geldt echter precies het omgekeerde.” Een deel van de ‘niet-tv-bezittende- selectieve- kijkers’ gaf in mijn onderzoek echter ook aan dat het toelaten van televisiekijken via internet ‘sluipenderwijs’ is verlopen en dus niet altijd en volledig een bewuste keuze (op basis van argumentatie) is geweest. Opvallend is dat het idee van het ‘hellend vlak’ (de duur van het televisie kijken via internet neemt toe en inhoud waar naar gekeken verbreedt) door een groot deel van deze groep als reëel gevaar wordt gezien. De kans is groot dat deze verwachting waarheid zal worden aangezien het gevaar van het ‘hellend vlak’ wel wordt erkend maar verder geen rol lijkt te spelen in overwegingen met betrekking tot het wel of niet televisie kijken via internet.

, , ,
Haan, J de
hdl.handle.net/2105/11225
Media & Journalistiek
Erasmus School of History, Culture and Communication

Otten, M. (2012, January 10). "Uitzendinggemist mag wel". Media & Journalistiek. Retrieved from http://hdl.handle.net/2105/11225