Het onderzoek dat in de thesis uiteengezet wordt, was er op gericht te achterhalen hoe de authenticiteit van black metal bands wordt vastgesteld binnen de Nederlandse black metal subcultuur. Black metal is één van de extremere subgenres van metal muziek. Dit subgenres heeft zich in de vroege jaren negentig in Noorwegen ontwikkeld en is sindsdien uitgegroeid tot een wereldwijd fenomeen. Zoals veel auteurs stellen is de authenticiteit van bands en muzikanten een constructie die voortkomt uit de eigen behoeften van de fans. Dit brengt met zich mee dat deze constructie tijd- en plaatsgebonden is, doordat deze met de behoefte van de fans mee veranderd en in verschillende sociale en culturele contexten verschillende vormen aan kan nemen. Er is voor gekozen de constructie van authenticiteit die er onder Nederlandse black metal fans op nagehouden wordt te onderzoeken binnen het analytische kader van een subcultuur. Hierbij is echter niet de door het CCCS uiteengezette definitie van een subcultuur gehanteerd, maar een aan de eind van de twintigste eeuw opgekomen analytische aanpak in de studie van jeugdcultuur die ook wel als de ‘post-subcultural’ theorie aangeduid wordt. Hierin worden subculturen niet langer gezien als zichzelf in stand houdende, gesloten en homogene ruimtes, maar als reflexief gebruikte vormen van representatie. Aan de hand van een serie diepte-interviews met veertien Nederlandse black metal fans is achterhaald hoe de authenticiteit van black metal bands en muzikanten vandaag de dag binnen de Nederlandse black metal subcultuur geconstrueerd wordt. Uit deze interviews zijn uiteindelijk vier aspecten geabstraheerd waarvan gezegd kan worden dat deze een rol spelen in de constructie van authenticiteit binnen de Nederlandse black metal subcultuur. De twee kernaspecten hierin zijn de oprechtheid en het niet-commercieel zijn van bands. Twee aspecten die aanzienlijk minder zwaar wegen, maar niettemin toch toegepast worden door de Nederlandse fans zijn de afkomst, oftewel het land van herkomst, en het extreem zijn van bands. Het is echter belangrijk te benadrukken dat de respondenten niet eenduidig zijn in het hanteren van de in dit onderzoek geïdentificeerde aspecten. Ten eerste benaderen zij deze aspecten op enigszins uiteenlopende manieren. Daarnaast liggen de grenzen van deze aspecten ook per respondent anders en ook kennen zij niet allemaal hetzelfde belang toe aan deze aspecten. De verschillen tussen de respondenten wat betreft de aspecten die zij hanteren bij het toekennen van authenticiteit en het belang dat zij hier aan hechten, kan in grote mate verklaard worden door hun oordeel over een groeiende populariteit van black metal. Op enkele uitzonderingen na gaat voor vrijwel alle respondenten op dat hoe negatiever zij een groeiende populariteit van black metal beoordelen, hoe meer van de vier geïdentificeerde aspecten van authenticiteit zij hanteren en hoe meer belang zij hier aan hechten. Dit kan verklaard worden doordat het toekennen van authenticiteit gepaard gaat met het stellen van grenzen rond een subcultuur. De respondenten die black metal het liefst zo ver mogelijk van de mainstream vandaan willen houden lijken authenticiteit zo deels te gebruiken om de grenzen rond deze subcultuur af te bakenen. Verder lijkt het feit dat respondenten die dezelfde aspecten hanteren bij het vaststellen van de authenticiteit van bands sterk uiteen kunnen lopen in hun oordeel over specifieke bands, tenminste deels verklaard te kunnen worden doordat zij deze aspecten op andere gronden toekennen.

, , , , , ,
Kuppens, Dr. A.H.
hdl.handle.net/2105/11258
Media & Journalistiek
Erasmus School of History, Culture and Communication

Pol, F.R. van der. (2012, January 27). 'True' Black Metal. Media & Journalistiek. Retrieved from http://hdl.handle.net/2105/11258