Inleiding In het CSDH 2008 geeft de World Health Organization (WHO) aan het terugdringen van ongelijkheden in gezondheid tussen verschillende sociale klassen als een ethische verplichting te zien. Gezondheid, met name volksgezondheid, is ook een actueel onderwerp in de Nederlandse politiek. Met het oog op de vergrijzing en de daarmee gepaard gaande stijgende uitgaven voor de gezondheidszorg, zal de gezondheidszorg naar verwachting ook in de toekomst hoog op de politieke agenda blijven staan. Vergrijzing is echter niet de enige oorzaak voor de stijgende zorgkosten. De zorgconsumptie per persoon neemt in het algemeen toe. Het is duidelijk dat er een oplossing gezocht moet worden om de almaar stijgende zorguitgaven in te dammen. Het is mijn doel in deze scriptie om helder te krijgen waar de Nederlandse overheid haar pijlen op zou kunnen richten om dit te realiseren. In de CPB Policy Brief 2011/11 benadrukt het CPB dat zorg waardevol is omdat het bijdraagt aan een goede gezondheid en kwaliteit van leven. Nu is de vraag of de overheid zich wel op de zorg moet richten om deze doelen te realiseren. Het is logisch om aan te nemen dat zorg pas gevraagd wordt op het moment dat gezondheid en kwaliteit van leven afnemen. Zorg wordt in die optiek dan ook niet gezien als een oorzaak van een goede gezondheid en kwaliteit van leven, maar als gevolg van het afnemen van gezondheid en kwaliteit van leven. Zou de overheid gezondheid en kwaliteit van leven willen verbeteren dan moet zij zich niet richten op de zorg maar op andere factoren; op het voorkomen van de zorgvraag. Deze conclusie is niet zonder meer uit de lucht gegrepen maar gebaseerd op vele onderzoeken die ik in mijn scriptie zal behandelen. Als de zorgkosten zelf niet verlaagd worden, moet de overheid maatregelen nemen om de vraag naar zorg te beperken. Het is echter niet onomstreden waar de overheid haar aandacht en vooral ook haar geld dan wel in zou moeten investeren.