Onveiligheid en bedrijvigheid in stadswijken

Voor u ligt een bachelorscriptie waaraan met veel plezier en aandacht is gewerkt. Drie maanden geleden had ik niet gedacht om een onderwerp te behandelen dat, naast dat het een economisch karakter bezit wat logischerwijs af te leiden is uit mijn keuze voor de studie economie & bedrijfseconomie, toch ook een sociaal aspect met zich meedraagt. Mijn eerste gedachtespinsels bij het bedenken van het onderwerp werden gevormd door het (deels) herlezen van verschillende artikelen die verplichte literatuur vormden voor de minor “Cities”. Ook al was dit onderdeel van mijn studietraject alweer anderhalf jaar geleden afgesloten, bijgebleven bij mij is dat het erg interessante artikelen waren die net op een andere manier naar vraagstukken (in steden) keken dan met de gebruikelijke economische bril. En dat was ook de hele bedoeling van het volgen van een minor, althans voor mij dan. Je had de keuze om een specifiek economisch onderwerp verder door te spitten of om je blik op een ander vakgebied te richten. De minor “Cities” was een mooie mix van economie, sociologie en bestuurskunde en dat trok mij erg aan. Mijn oorspronkelijke onderwerp zou betrekking hebben op Rotterdam-Zuid. Ik wilde onderzoeken welke redenen er zijn voor de (matige) economische positie die het nu heeft. Zodoende had ik een lijstje met factoren en invalshoeken gemaakt om af te werken. Mijn begeleider Alexander Otgaar heeft mij gelukkig bij ons eerste gesprek tot de orde geroepen omdat dit een veel te breed onderwerp is dat niet te doen is in een periode van enkele maanden. Wel vond hij dat het een interessant onderwerp zou kunnen zijn voor een Masterscriptie. Wie weet wat de toekomst zal brengen… In het lijstje stond onder andere (on)veiligheid. De gemeente Rotterdam heeft, zeker sinds de moord op Pim Fortuyn, veiligheid hoog op de agenda staan. Uiteindelijk heb ik de stad als onderwerp van tafel geschoven maar de keuze voor onveiligheid in relatie tot een economische variabele (bedrijvigheid) was wel afhankelijk van de stad Rotterdam waar ik al bijna 23 jaar inwoner van ben. Tot slot wil ik Alexander Otgaar bedanken voor de duidelijke maar open gesprekken vooraf en de uitgebreide opbouwende kritiek aan het begin van het schrijfproces waardoor ik verder zelfstandig heb kunnen werken aan wat nu het eindresultaat is geworden. Verder wil ik mijn broer Ingmar bedanken die gedurende het schrijven van deze bachelorscriptie mij enkele praktische tips en suggesties heeft gegeven.