Samenvatting Diabetes mellitus (DM) is een veel voorkomende chronische ziekte in Nederland. In 2007 waren 740.000 mensen met DM type 1 en 2 bekend bij de huisartsen in Nederland (Baan & Schoemaker, 2009). Het aantal DM-patiënten zal in de toekomst waarschijnlijk blijven stijgen. Om de gevolgen van hun ziekte onder controle te houden, moeten DM-patiënten dagelijks zelfmanagementactiviteiten uitvoeren (Okura et al., 2009). De belangrijkste activiteiten voor DM-2 patiënten zijn het volgen van een dieet, voldoende lichaamsbeweging, medicatie-inname, testen van bloedglucosewaarden, controleren van voeten en niet roken (Toobert et al., 2000). Deze zelfmanagementactiviteiten vinden regelmatig plaats in de sociale omgeving en kunnen familie- en sociale routines beïnvloeden (Rosland et al., 2008). Zelfmanagement kan daarom niet gezien worden als een taak die een DM-2 patiënt geheel zelfstandig kan uitvoeren. Familieleden en vrienden spelen een belangrijke rol bij het zelfmanagement in het dagelijks leven. De invloed van sociale steun op zelfmanagementgedrag bij DM-patiënten uit andere landen is veel onderzocht. De meeste onderzoeken lieten een positief effect van sociale steun op zelfmanagement bij DM-2 patiënten zien (Tang et al., 2008; Rees et al., 2010; Whittemore et al., 2005; Sousa et al., 2004; Albright et al., 2001; Toljamo & Hentinen, 2001). Enkele onderzoeken lieten zien dat sociale steun ook een negatief effect op zelfmanagement kan hebben (Tang et al., 2008; Rosland et al., 2010; Gallant, 2003). Sociale steun heeft echter niet op elk aspect van zelfmanagement gelijke invloed. Uit onderzoeken van Rees et al. (2010), Rosland et al. (2008), Tang et al. (2008) en Álbright et al. (2001) blijkt dat sociale steun significante invloed heeft op sommige zelfmanagementonderdelen en op andere zelfmanagementonderdelen niet. In Nederland is nog weinig onderzoek gedaan naar de invloed van sociale steun op zelfmanagementonderdelen. De doelstelling van dit onderzoek is, meer inzicht verkrijgen in de invloed van sociale steun op specifieke onderdelen van zelfmanagement van DM-2 patiënten in Nederland. De probleemstelling van dit onderzoek is daarom: Welke invloed heeft sociale steun op specifieke onderdelen van zelfmanagement van diabetes mellitus type 2 patiënten? De data voor dit onderzoek is verzameld met behulp van een vragenlijst die werd uitgedeeld door diabetesverpleegkundigen van verschillende ziekenhuizen aan DM-2 patiënten. De vragenlijst bevat vragen over de mate van zelfmanagement op de verschillende zelfmanagementonderdelen, sociale steun van familie en vrienden en een aantal sociaal-demografische en ziekte-gerelateerde kenmerken van DM-2 patiënten. In totaal is informatie verzameld van 50 DM-2 patiënten. De respons van dit onderzoek is hiermee 34%. De verzamelde data is geanalyseerd met behulp van het statistisch computerprogramma SPSS. Het antwoord op deze probleemstelling is dat in dit onderzoek voor geen van de zelfmanagementonderdelen bij DM-2 de invloed van sociale steun significant is bewezen. Ondanks dat dit onderzoek geen significante invloed van sociale steun op zelfmanagementonderdelen heeft aangetoond, kunnen met behulp van de resultaten wel een aantal aanbevelingen gedaan worden voor vervolgonderzoek. De niet-significante verbanden tussen sociale steun en vijf van de zelfmanagementonderdelen (het eten van groente en fruit, het eten van geen vetrijk voedsel, beweging, voetzorg en roken) geven aanwijzingen dat deze relaties wellicht met een groter aantal respondenten wel significant aangetoond kan worden. Dit vervolgonderzoek zou daarnaast kunnen bevestigen of sociale steun inderdaad geen invloed heeft op de overige zelfmanagementonderdelen (algemeen dieet, medicatie-inname en het testen van bloedglucosewaarden). Het is belangrijk om de relatie tussen sociale steun en zelfmanagement bij DM-2 patiënten verder te onderzoeken, omdat verbetering van zelfmanagement van diabetespatiënten kan zorgen voor minder diabetesgerelateerde complicaties en dus een betere ervaren diabetesstatus door de patiënten (Zulman et al., 2011). Summary Diabetes mellitus (DM) is a common chronic disease in the Netherlands. In 2007 there were 740,000 people with DM type 1 and 2 known to the GPs in the Netherlands (Baan & Schoemaker, 2009). The number of DM patients will likely continue to rise in the future. To control the impact of their disease DM patients should perform daily self-management (Okura et al., 2009). The main activities for DM-2 patients are following a diet, adequate exercise, medication intake, blood glucose testing, checking feet and not smoking (Toobert et al., 2000). These self-management activities regularly take place in the social environment and can affect family and social routines (Rosland et al., 2008). Therefore self-management cannot be seen as a task that DM-2 patients can perform independently. Relatives and friends play an important role in self-management in daily life. The influence of social support on self-management behaviour of DM patients in other countries is widely investigated. Most studies showed a positive effect of social support on self-management of DM-2 patients (Tang et al., 2008; Rees et al., 2010; Whittemore et al., 2005; Sousa et al., 2004; Albright et al., 2001; Toljamo & Hentinen, 2001), several studies showed that social support can also have a negative effect on self-management (Tang et al., 2008; Rosland et al., 2010; Gallant, 2003). Social support doesn’t equally influence every aspect of self-management. Studies by Rees et al. (2010), Rosland et al. (2008), Tang et al. (2008) and Albright et al. (2001) show that social support has significant impact on some parts of self-management, but no significant impact on other parts of self-management. In the Netherlands little research is available about the influence of social support on self-management components of DM-2 patients. The objective of this study is to get more insight regarding the influence of social support on specific components of self-management of DM-2 patients in the Netherlands. The main question in this research is therefore: What influence does social support have on specific components of self-management from patients with diabetes mellitus type 2? The data for this study was collected using a questionnaire that was distributed by diabetes nurses from different hospitals to DM-2 patients. The questionnaire contains questions about the self-management on the various self-management components, social support from family and friends and a number of socio-demographic and illness-related characteristics of DM-2 patients. In total, information was collected from 50 DM-2 patients. The response of this research is 34%. The collected data is analyzed using the statistical computer program SPSS. The answer to the main question of this study is that social support doesn’t have significant influence on the self-management components of DM-2. Although this study has demonstrated no significant influence of social support on self-management components, the results can be used for recommendations for future research. The non-significant correlations between social support and five of the self-management components (eating fruits and vegetables, eating high fat foods, exercise, foot care and smoking) provide evidence that these relationships, perhaps with a larger number of respondents, can be significant. Further research can also confirm if social support actually does not affect the other self-management components (general diet, medication intake and blood glucose testing). It is important to further investigate the relationship between social support and self-management, because improvement of self-management can reduce diabetes-related complications and this can result in better perceived diabetes status by DM-2 patients (Zulman et al, 2011).

, ,
Chote, Dr. A.A.
hdl.handle.net/2105/11974
Bachelor scripties (ESHPM)
Erasmus School of Health Policy & Management

Huygens, Simon. (2012, June 26). De invloed van sociale steun op zelfmanagementonderdelen bij diabetes mellitus type 2 patiënten. Bachelor scripties (ESHPM). Retrieved from http://hdl.handle.net/2105/11974