Samenvatting Nederland is er een tekort aan orgaandonoren. De afgelopen decennia heeft de overheid veel beleid gevoerd om het grote verschil tussen de vraag naar donororganen en het aanbod van donororganen te verkleinen. Tot nu toe is het nog niet gelukt het tekort aan orgaandonoren structureel terug te dringen. Om het aanbod van donororganen te vergroten, voert de donorregio Groningen in het kader van het nationale Masterplan Orgaandonatie sinds 2009 een pilot uit. Deze pilot richt zich op drie knelpunten van de orgaandonatie. Deze scriptie richt zich op één van deze knelpunten: de donatievraag aan nabestaanden. Voorafgaand aan deze pilot had meer dan de helft van de nabestaanden in de donorregio Groningen bezwaar tegen postmortale orgaandonatie. Daarom is één van de doelen van het Masterplan het verhogen van toestemming door nabestaanden voor postmortale orgaandonatie. Dit doel wil men bereiken door de zorgprofessional de donatievraag op een andere manier te stellen. Het gevaar van de nieuwe werkwijze rondom de donatievraag is dat de donatiegesprekken die de zorgprofessional voert met nabestaanden sturend zijn. Indien dit het geval is, bestaat de kans dat er inbreuk wordt gemaakt op het zelfbeschikkingsrecht van de potentiële donor. Daarom is binnen dit onderzoek geanalyseerd of er met deze nieuwe werkwijze inbreuk wordt gemaakt op het zelfbeschikkingsrecht van de potentiële donor. Daarbij is onderzocht of deze eventuele inbreuk gerechtvaardigd is op grond van het proportionaliteits- en subsidiariteitsbeginsel. De leidende vraag van dit onderzoek is dan ook als volgt: “Wordt bij de nieuwe werkwijze rondom de donatievraag aan nabestaanden binnen de donorregio Groningen inbreuk gemaakt op het zelfbeschikkingsrecht van de potentiële donor en is deze eventuele inbreuk gerechtvaardigd?” Om deze vraag te kunnen beantwoorden is er eerst literatuuronderzoek verricht. Vervolgens zijn er zes interviews gevoerd met zeer verschillende respondenten. Daarbij is er gebruik gemaakt van de data die de respondenten aanboden. Uit de analyse van de onderzoeksresultaten is geconcludeerd dat bij de nieuwe werkwijze rondom de donatievraag aan nabestaanden binnen de donorregio Groningen inbreuk wordt gemaakt op het zelfbeschikkingsrecht. Deze inbreuk is echter gerechtvaardigd op basis van het volksgezondheidsbelang, het proportionaliteitsbeginsel en het subsidiariteitsbeginsel. Summary In the Netherlands is an organ donor shortage. For the past decades, the government has implied various policies to decrease this shortage. So far, this goal is not attained yet. To increase the number of organ donors, the donor area Groningen carries out a pilot since 2009. This pilot, that lies within the scope of the national Masterplan Orgaandonatie, is directed at three bottlenecks of organ donation in the donor area Groningen. This paper focuses on one of these three bottlenecks: the approach of the relatives with the request for donation. Previous to this pilot, more than half of the relatives in the donor area Groningen objected organ donation. Therefore, one of the goals of the Masterplan Groningen is to increase the consent of relatives for post mortem organ donation. This goal has to be attained by approaching the relatives in a different way with the request for post mortem organ donation. The danger of this new approach is that during the request the relatives are directed in their choice about post mortem organ donation by the care professional. This can be a violation of the potential donor its right to have its own, free choice. Therefore, this paper studies if this right is violated with the new approach in the donor area Groningen. Moreover, there is analysed whether this possible violation is justified by virtue of the rudiments of proportionality and subsidiarity. Therefore, the leading question in this investigation is: “is the potential donor its right to have its own, free choice violated by the new routine in the donor area Groningen and is this possible violation justified?” To answer this question, relevant literature was researched and six highly differentiating persons were interviewed. The conclusion of the analysis is that the new routine in the donor area Groningen violates the potential donor its right to have its own free choice. However, this violation is justified by virtue of the interest of public health and the rudiments of proportionality and subsidiarity.

, , ,
Hulst, Mr. E.H.
hdl.handle.net/2105/12045
Bachelor scripties (ESHPM)
Erasmus School of Health Policy & Management

Verkerk, A. (2012, June 18). Nieuwe werkwijze rondom de donatievraag in de donorregio Groningen: een verantwoorde innovatie?. Bachelor scripties (ESHPM). Retrieved from http://hdl.handle.net/2105/12045