Het doel van deze studie was om de etnisch-culturele positie te onderzoeken van Surinaamse jazzmusici en andere Surinamers werkzaam in de horeca tijdens het Nederlandse Interbellum. Een ander doel was om uit te vinden wat voor een invloed de zichtbaarheid van deze zwarte personen in het nog grotendeels witte Nederland had op deze etnisch-culturele positie. Tenslotte werd onderzocht of er vormen van mentaal cultureel erfgoed van de slavernij te vinden waren in het bronmateriaal. In de studie werden de kwalitatieve onderzoeksmethoden van informele tekst benadering en reading against the grain toegepast op het primaire bronmateriaal, dat bestond uit krantenartikelen en politie-verslagen uit het Interbellum en interviews met Surinamers die naderhand afgenomen en gedocumenteerd werden door andere onderzoekers. De resultaten van dit onderzoek toonden aan dat de zichtbaarheid van zwarte Surinamers werkzaam in de horeca van grote invloed was op hun positie in de samenleving. Zij gebruikten deze zichtbaarheid als strategie door deze in verband te brengen met de destijds populaire zwarte Amerikaanse jazzmusici, en voor een deel deze Amerikaanse identiteit over te nemen. Velen van hen vonden door middel van het benadrukken van hun otherness gemakkelijk werk in het nachtleven van de grote steden van Nederland. In de verslagen vanuit het witte deel van de bevolking was het hoofddiscours te herkennen van enerzijds fascinatie en anderzijds een zekere angst omtrent de zwarte Surinamers. Op den duur werd de Amerikaanse cultuur en de daaraan verbonden jazz steeds vaker in verband gebracht met het morele verval van de bevolking. Dit leidde tot maatregelen van de politie en burgemeesters van de grote steden, maatregelen die vooral de Surinamers werkzaam in de horeca troffen. De angst resulteerde in een afwijzing van de Surinamers werkzaam in de horeca door een gedeelte van de maatschappij. Ook waren er aanwijzingen voor het bestaan van een mentaal cultureel erfgoed van de slavernij in het primaire bronmateriaal. Uit de politierapporten en verklaringen van witte meisjes over hun omgang met zwarte Surinamers, bleek dat deze mannen door de meisjes en door de politie in eerste instantie niet zozeer als individu gezien werden. Dit kan beschouwd worden als mentaal cultureel erfgoed van de slavernij omdat de slaven destijds ook niet als individuen gezien werden. Het avontuurlijke en de gedrevenheid om het hogerop te zoeken onder de zwarte Surinamers kon ook als mentaal cultureel erfgoed van de slavernij aangemerkt worden. Daarnaast waren er aan zwarte zijde twee conflictueuze vormen van mentaal erfgoed te herkennen. Enerzijds was er het opstandige bewustzijn en de afkeer tegen koloniale overheersing van enkele Surinamers, anderzijds was er het conformerende gedrag van anderen die zich gemakkelijk schikten in het stereotype beeld dat het witte deel van de bevolking van het had. De belangrijkste conclusie was dat de etnisch-culturele positie van deze groep Surinamers een complexe en instabiele positie was. Enerzijds werden zij geaccepteerd door de Nederlandse maatschappij en omarmden zij deze zelf ook: de meesten van hen trouwden met een Nederlandse vrouw. Anderzijds werden zij afgewezen door een gedeelte van de maatschappij: door middel van de beperkingen die hen werden opgelegd om te werken in clubs en cafés.

, , , , ,
Stipriaan
hdl.handle.net/2105/12953
Maatschappijgeschiedenis / History of Society
Erasmus School of History, Culture and Communication

Kruisheer, H.S. (2012, August 31). Zichtbaarheid als strategie:. Maatschappijgeschiedenis / History of Society. Retrieved from http://hdl.handle.net/2105/12953