In 1969 werd in Rotterdam het omstreden Plan 2000+ gepresenteerd. Dit betrof een toekomstvisie op de haven en omgeving van Rotterdam voor na het jaar 2000. Op basis van deze historische casus gaat deze masterthesis in op de rol die het ambtelijk topkader kan spelen in politieke besluitvorming. Centraal staat het ideaaltypisch bureaucratisch model betreffende de rol en werkwijze van een ambtelijk apparaat dat de beroemde socioloog Max Weber eind 19e eeuw ontwikkelde. Het ambtelijk apparaat wordt hierin uitsluitend een uitvoerende rol toegekend. In het theoretisch kader worden verschillende kritieken op dit model besproken. Daaruit blijkt dat de machtspositie van het ambtelijk topkader in de vorm van het door René Crince le Roy ontwikkelde concept van het ambtelijk apparaat als vierde macht wordt erkend, maar dat Webers model op zowel het publiek als het bestuur nog steeds een grote aantrekkingskracht heeft. Gezien de aard van de gekozen casus bleek het van belang niet alleen naar de relatie tussen ambtenaren en bestuurders te kijken, maar ook de rol van de samenleving bij het onderzoek te betrekken. De politieke besluitvorming rondom het plan 2000+ is dan ook bestudeerd vanuit de kant van 1) het ambtelijk topkader, 2) het gemeentebestuur van Rotterdam en 3) de publieke opinie. De door het ambtelijk topkader ontwikkelde toekomstvisie, gepresenteerd als Plan 2000+, had onder andere betrekking op de herinrichting van het Rotterdamse havengebied en de uitbreiding van de Maasvlakte maar bestond ook uit het nieuw te stichten Grevelingenstad waar havenarbeiders een onderkomen zouden vinden. Het doel van het ambtelijk topkader was een discussie te voeren over de vraag hóe havenuitbreiding in de toekomst eruit zou moeten zien in plaats van de discussie te voeren die enige jaren eerder door het Rijk begonnen was over de vraag óf er nog uitbreidingsmogelijkheden voor Rotterdam bestonden. De inschatting vanuit het ambtelijk topkader was dat wanneer er gedegen uitgangspunten lagen, de discussie wel gevoerd moest worden. Daarbij hebben zij onvoldoende rekening gehouden met de rol die het publiek, bestaande uit zowel media en bevolking als overheidsinstellingen die geen rol in het besluitvormingsproces hadden, zou kunnen spelen. Burgemeester Thomassen, verantwoordelijk bestuurder voor de havenportefeuille, schatte juist in dat de steun van de samenleving voor verdere groei van de Rotterdamse havens en dan in het bijzonder rondom Voorne gevoelig lag. Het advies de planvorming hierop aan te passen werd door het ambtelijk topkader echter niet gevolgd. Het ambtelijk topkader kon zich in die dagen kennelijk aan de wensen van het bestuur onttrekken waarmee hun machtspositie bevestigd werd. Daar staat tegenover dat burgemeester Thomassen na publicatie van het plan en naar aanleiding van de ophef die hierover ontstond, de touwtjes stevig naar zich toetrok en het ambtelijk topkader geen ruimte liet om een eigen rol te spelen. Dit betekent dat de politieke besluitvorming in deze historische casus alsnog een zaak was van het publiek, de gemeenteraad en het bestuur.

, , , , ,
Laar, van der
hdl.handle.net/2105/12955
Maatschappijgeschiedenis / History of Society
Erasmus School of History, Culture and Communication

Elden, R.A. van. (2012, August 31). Touwtrekken op het stadshuis.. Maatschappijgeschiedenis / History of Society. Retrieved from http://hdl.handle.net/2105/12955