Mag ik haar zijn? Dan ben jij hem

Vanaf jongs af aan zijn kinderen bezig met het creëren van hun identiteit. Deze identiteit wordt onder andere gevormd doordat kinderen zich spiegelen aan personen die dichtbij staan zoals ouders, leraren, vriendjes en vriendinnetjes. Uit vele onderzoeken (Cohen, 2001; Feilitzen & Linné, 1975; Hoffner, 1996; Hoffner & Buchanan, 2005; Kincaid, 2002; Valkenburg, 2007) blijkt dat kinderen zich niet alleen identificeren met personen uit hun directe omgeving, maar dat ze dit ook doen met personen en personages op de televisie. In dit onderzoek wordt de wensidentificatie met tien –voor de kinderen- bekende dramapersonage onderzocht bij kinderen tussen de zeven en twaalf jaar. Daarnaast wordt er gekeken of geslacht, woonomgeving en etniciteit invloed hebben op de wijze waarin en de manier waarop kinderen zich identificeren met deze dramapersonages. De volgende hoofdvraag staat daarom centraal in deze thesis: “Welke factoren naast de kenmerken van een televisiepersonage spelen een rol bij de identificatie met dramapersonage van kinderen tussen de zeven en twaalf jaar?” Aan de hand van diverse theorieën en onderzoeken zijn eerst de begrippen identiteit, identificatie, gender, woonomgeving en etniciteit in een bredere context geplaatst. Allereerst kon er worden vastgesteld dat de vijf persoonskenmerken vaak leiden tot wensidentificatie. Het gaat hier om de kenmerken aantrekkelijkheid, sociaal gedrag, fysieke kracht, humor en intelligentie (Hoffner & Buchanan, 1996). Aan de hand van vijftig scenes uit vijftig verschillende afleveringen van de serie SpangaS zijn vervolgens deze vijf persoonskenmerken geanalyseerd bij de tien hoofdpersonages uit de dramaserie. Er is gekozen voor deze serie omdat SpangaS een aantal kenmerken bezit waardoor er snel wensidentificatie kan plaatsvinden bij kinderen. Vervolgens is er een vragenlijst uitgezet onder 165 kinderen tussen de zeven en twaalf jaar. Door middel van deze vragen kon er worden geconstateerd bij welke kinderen wensidentificatie optrad bij een of meerdere personages. Uit de resultaten van het onderzoek bleek dat geslacht een grote rol speelt op het moment dat een kind zich met een personage identificeert. Daarnaast spelen ook de persoonskenmerken van de personages zelf een belangrijke rol. Meisjes vinden andere persoonskenmerken in een personage aantrekkelijk dan jongens. Uit de resultaten bleek verder dat de factoren woonomgeving en etniciteit wel enigszins invloed hadden op de identificatie met een dramapersonage. Kinderen met een niet-Nederlandse achtergrond identificeerden zich vaker met de buitenlandse personages uit de serie en de Nederlandse kinderen identificeerden zich vaker met de Nederlandse personages. Ook was te zien dat de kinderen uit de stad zich vaker met de buitenlandse personages identificeerden dan kinderen uit het dorp. Vervolgonderzoek is van belang, omdat er meer personages geanalyseerd moeten worden om een duidelijker beeld te schetsen van de invloed van de factoren woonomgeving en etniciteit. Maar met dit onderzoek is de basis voor dit vervolgonderzoek gelegd.