Voor deze Master Thesis is er onderzoek gedaan naar de effecten van cultuureducatie op schoolprestaties, creativiteit, zelfwaardering, schoolwelbevinden en beleving bij leerlingen uit het voortgezet onderwijs. Er is geprobeerd vast te stellen wat cultuureducatie concreet oplevert door leerlingen van vmbo-school Palmentuin in Rotterdam te volgen die hebben deelgenomen aan kunsteducatieve projecten. De hoofdvraag van het onderzoek is: ‘hoe hangt de deelname aan cultuureducatieprojecten samen met schoolprestaties, schoolwelbevinden, zelfwaardering, creativiteit en beleving van leerlingen in het voortgezet onderwijs in Rotterdam en hoe kunnen die samenhangen worden verklaard?’ Voor het onderzoek zijn twee klassen gevolgd (totaal 41 leerlingen) gedurende de looptijd van een reeks workshops bestaande uit verschillende kunstdisciplines (graffiti, percussie, afrodans, fotografie en radio maken). Daarbij zijn 20 leerlingen gevolgd die in diezelfde periode aan sportlessen hebben deelgenomen; deze sportgroep functioneerde als controlegroep en de resultaten van de kunstgroep zijn hiermee vergeleken. De leerlingen zijn gevolgd doormiddel van enquêtes die voor en achteraf aan de workshops of sportlessen afgenomen zijn. Er zijn ook 2 focusgroepen gevoerd met leerlingen uit de workshops om de resultaten uit de enquêtes in perspectief te kunnen plaatsen en de beleving van de leerlingen in kaart te kunnen brengen. De enquêtes laten effecten op zelfwaardering en creativiteit zien. Bij zelfwaardering zijn bij de nameting significante verschillen gevonden; de sportklas scoort lager dan de twee kunstgroepen. Tegelijk blijkt de sportgroep het meeste plezier te beleven in vergelijking met de kunstgroep. Een verklaring hiervoor is dat de sporters zelf gekozen hebben om aan de extra sportlessen deel te nemen terwijl de kunstgroep geen keus heeft en de workshops verplicht moet volgen. De workshops worden wel gewaardeerd maar de beleving dat het buiten de reguliere schooltijd plaatsvind blijft echter overheersen bij de leerlingen. Daarbij zien de leerlingen over het algemeen het schoolwelbevinden toenemen door het tijdstip, dag en tijdsduur van de workshops aan te passen. Verder blijkt dat een docent een grote invloed heeft op de waardering van de workshops en de ruimte voor eigen creatieve inbreng van de leerlingen. Over het algemeen waarderen de leerlingen duidelijke kaders waarbinnen voldoende ruimte is voor een eigen creatieve inbreng. Er is ook gekeken naar een eventuele relatie tussen de diverse items; de grootste significante samenhang werd gemeten tussen de items zelfwaardering en creativiteit; als een leerling zich goed voelt over zichzelf kan dit invloed hebben op het creatieve zelfbeeld van een leerling. Er bestaat ook een significante samenhang tussen schoolwelbevinden en creativiteit, zowel bij de voor- als nameting; het lijkt erop of creativiteit een rol speelt bij schoolwelbevinden. Als er bij een leerling sprake is van een hoger schoolwelbevinden dan komt dit meer tot uiting bij creativiteit; als een leerling het naar zijn zin heeft op school kan dit het creatieve zelfbeeld van een leerling vergroten.

, , , , ,
Eijck, van
hdl.handle.net/2105/13375
Sociologie van Kunst en Cultuur , Master Arts, Culture & Society
Erasmus School of History, Culture and Communication

Peters, S.M. (2012, August 31). Cultuureducatie een aantoonbare ondersteuning in het onderwijs?. Master Arts, Culture & Society. Retrieved from http://hdl.handle.net/2105/13375