Het gebruik van internet in het dagelijks leven is haast niet meer weg te denken. Waar in eerste instantie met name jongeren werden aangetrokken tot het gebruik van internet, gaan nu steeds meer ouderen gebruik maken van het nieuwe medium. Naast de stijging van het internetgebruik onder ouderen, stijgt ook het gebruik van social-networksites onder ouderen. In de zorgsector begint de sociale media ook een steeds belangrijkere rol te spelen. Binnen Rotterdam zijn verschillende zorginstellingen, die zijn gespecialiseerd in de ouderenzorg, bezig met het integreren van social networking bij het aanbieden zorg. Dit wordt overwegend gedaan door gebruik te maken van algemene social-networksites, zoals bijvoorbeeld Facebook en Hyves. Naast de algemene social-networksites zijn er ook social-networksites die specifiek ingericht zijn op het aanbieden van zorg, zoals Pal4. Dit kwalitatieve onderzoek probeert te beschrijven op welke wijze zorginstellingen gebruik maken van social-networksites, of dit aansluit bij de behoefte van de ouderen en welke mogelijke oplossingen er gevonden kunnen worden om deze twee groepen dichter bij elkaar te brengen. Dit heeft geleidt tot de volgende vraagstelling: Wat beweegt zorginstellingen om social-networksites te adopteren en te gebruiken om ouderen te bereiken? Voor de vorming van het theoretisch kader is er gestart met een literatuuronderzoek. Social-networksites worden voor verschillende doeleinden ingezet en dragen bij aan een verandering van interactie tussen mensen in hun sociale leven. Veel zorginstellingen zijn aangesloten bij één of meer social-networksites, maar nog maar weinig instellingen zetten deze sites actief in tijdens het zorgproces. Voordat social-networksites gebruik gaan worden, moeten deze worden geaccepteerd door de gebruiker. Een theorie die ingaat op de acceptatie van technische ontwikkelingen en de invloeden die deze hebben op menselijk gedrag is de diffusietheorie. De sociale cognitieve theorie vult de diffusietheorie aan door meer inzage te geven in de motivatie van mensen om nieuwe ontwikkelingen te gaan gebruiken. Deze twee theorieën geven handvatten om te komen tot de beantwoording van de vraagstelling. Naast het literatuuronderzoek hebben er een focusgroep, semi-gestructureerde interviews en een data-analyse plaatsgevonden om de beweegredenen voor het gebruik van social-networksites door zorginstellingen in kaart te brengen. Ook zijn ouderen geïnterviewd om weer te geven wat hun motivatie is voor het gebruiken van een social-networksite. Alhoewel beide partijen gebruik maken van social-networksites, weten ze elkaar nog niet op een juiste wijze te vinden. Er wordt aanbevolen om vraag en aanbod dichter bij elkaar te brengen en de social-networksites als aanvulling te gebruiken in de al bestaande traditionele informatievoorzieningen. Ook moet er meer aandacht besteed worden aan het sociale systeem rond de ouderen. Zij spelen een belangrijke rol in de activatie van ouderen op social-networksites.

,
Mul, M. de
hdl.handle.net/121313, hdl.handle.net/2105/13565
Master Zorgmanagement
Erasmus School of Health Policy & Management

Verbee, S.A.F. (2012, December 10). Social Networking in de Ouderenzorg. Master Zorgmanagement. Retrieved from http://hdl.handle.net/2105/13565