Deze scriptie betreft een onderzoek naar de ervaren bijdrage van ziekenhuisontslag planning aan de verkeerde bed problematiek. Dit omdat er nog geen antwoord op de vraag is, wat ziekenhuisontslag planning inhoudt en hoe het een bijdrage kan leveren aan de verkeerde bed problematiek. De doelstelling van dit onderzoek is om deze vraag te beantwoorden door inzicht te geven in de relatie tussen ziekenhuisontslag planning en de verkeerde bed problematiek in het Sint Franciscus Gasthuis (SFG) te Rotterdam. “Hoe ervaart het SFG de bijdrage van ziekenhuisontslag planning aan de verkeerde bed problematiek?” Er zijn verschillende onderzoeksmethoden gebruikt om een antwoord te geven op de probleemstelling. Het betreft een casestudie waar vier afdelingen met een verschillend aantal verkeerde bedden in het SFG de case vormden. Onderzoek bestond uit een documentanalyse waarbij redenen van verkeerde bedden inzichtelijk werken gemaakt. Hiernaast zijn er interviews afgenomen bij de disciplines om inzicht te krijgen in het proces van ziekenhuisontslag planning en de ervaren bijdrage aan de verkeerde bedden. Tot slot zijn er observaties uitgevoerd om ziekenhuisontslag planning in de praktijk te bekijken. De resultaten van het onderzoek bestaan uit de volgende punten; - De belangrijkste redenen die tijdens het onderzoek naar voren kwamen waren de individuele ‘keuze van de patiënt/familie’, de organisatorische reden ‘te laat beginnen met een aanvraag voor nazorg’ en de externe capaciteitsredenen ‘geen plek in een zorginstelling’ waardoor de patiënt hierop moest wachten. - De fasen van ziekenhuisontslag planning die tijdens het onderzoek naar voren kwamen zijn; de assessmentfase, de planningsfase en de implementatiefase. Alle fasen kwamen op alle afdelingen voor. Verschil in aantal verkeerde bedden per afdeling komt mogelijk niet door de manier waarop het proces wordt uitgevoerd. Dit wordt bijna op alle afdelingen op dezelfde manier uitgevoerd. Mogelijk heeft het verschil te maken met andere factoren zoals de cultuur over en bewustwording van het belang van dit proces en de soort patiënten op een afdeling en hun ziekteverloop. - De disciplines van het SFG en van de zorginstellingen ervaren de bijdrage van ziekenhuisontslag planning aan de verkeerde bedden als positief. Dit met name door de goede samenwerking van bureau nazorg met alle disciplines en het wederzijds vertrouwen dat zij hebben in elkaar, doordat er transferverpleegkundigen werkzaam zijn vanaf één centraal punt (bureau nazorg), door de inzet van het notificatiesysteem “Poogie”, door het tijdig doorgeven van de VOD, door eenduidigheid in de taken en verantwoordelijkheden, door afdoende kennis bij de transferverpleegkundigen over alle bronnen en het realiseren van overbruggingszorg. Deze punten komen deels overeen met de theoretische aannames die in de literatuur terug komen over de relatie tussen ziekenhuisontslag planning en de verkeerde bed problematiek. Aan de hand van de resultaten kan geconcludeerd worden dat ziekenhuisontslag planning een positieve bijdrage levert aan de verkeerde bed problematiek, met name in de eerste jaren. Hierna is er sprake van een stijging van het aantal verkeerde bedden wat onder andere komt door organisatorische factoren in het proces zelf.

, , ,
Fabbricotti, I.N.
hdl.handle.net/121316, hdl.handle.net/2105/13572
Master Zorgmanagement
Erasmus School of Health Policy & Management

Bouzariouh, J. (2012, November 26). Wachten op vervolgzorg. Master Zorgmanagement. Retrieved from http://hdl.handle.net/2105/13572