Dit onderzoek beschrijft welke veranderingen het compensatiebeginsel teweeg heeft gebracht bij de uitvoering door de gemeenten sinds de komst van de Wmo in 2007. Zo wordt er een duidelijk beeld geschetst van de implementatie van de Wmo en welke veranderingen en problemen zijn opgetreden bij de uitvoering van de compensatieplicht door gemeenten. De hoofdvraag van dit onderzoek is dan ook: Welke veranderingen heeft het compensatiebeginsel teweeggebracht in de beleidsuitvoering van de maatschappelijke ondersteuning door gemeenten sinds de komst van de Wet maatschappelijke ondersteuning in 2007? Steeds meer taken op het gebied van maatschappelijke ondersteuning worden gedecentraliseerd van Rijksoverheid naar de gemeenten. Gemeenten staan immers dichter bij de burger en kunnen, bij die zaken die de burger direct raken in de persoonlijke levenssfeer, integraal beleid ontwikkelen. Het is dan ook belangrijk om onderzoek te doen naar deze belangrijke decentralisatie en dan in het bijzonder naar de uitvoering van de compensatieplicht. Niet alleen voor de gemeenten die het moeten uitvoeren. Zij kunnen aan de hand van eigen en door derden uitgevoerde onderzoeken, handreikingen van de Vereniging van Nederlandse gemeenten (VNG), het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS), andere (belangen)organisaties en de evaluatie van het SCP, het uitvoeren van de compensatieplicht verder verbeteren. Maar ook voor de Rijksoverheid. Het is mede aan de hand van dergelijke onderzoeken, de wettelijk verplicht gestelde door gemeenten uit te voeren tevredenheidonderzoeken en de wettelijke evaluatie door het SCP, dat de Rijksoverheid de systeemverantwoordelijkheid voor de Wmo kan dragen. En tot slot voor de ondersteuningsbehoeftige burgers en hun vertegenwoordigers in (veelal) de Wmo adviesraden. Ook zij kunnen mede met de uitkomsten van onderzoeken, vaststellen hoe het er voor staat in de specifieke gemeente en ook landelijk en hun (individuele) acties en advies daarop afstemmen. Er is hiernaar onderzoek gedaan in de eerste jaren na invoering van de Wmo in 2007. Onder andere het onderzoek van Putters et al. (2010) geeft aan dat - bekeken vanuit vier thema's (organisatie, participatie/vertegenwoordiging, aanbesteden en financiƫle aspecten) en bij zes gemeenten - de jaren 2007 tot en met 2009 onderstaande problemen met de uitvoering van de compensatieplicht te benoemen zijn: - het compensatiebeginsel is moeilijk uit te voeren; - het compensatiebeginsel staat open voor meerdere interpretaties; - het compensatiebeginsel leidt tot spanning tussen algemene en individuele voorzieningen; - het compensatiebeginsel leidt tot willekeurige beslissingen, en - het compensatiebeginsel leidt tot problemen met de toegankelijkheid van het Wmo loket. De VNG heeft, als belangenbehartiger van alle Nederlandse gemeenten, in de jaren na invoering van de Wmo het project "de Kanteling" gestart. Een project, opgezet om de gemeenten te ondersteunen bij de verdere uitvoering van de compensatieplicht. Dit project heeft - zonder dat het een voorschrijvend karakter kent - in belangrijke mate een bijdrage geleverd aan de wijze waarop de gemeenten de compensatieplicht konden uitvoeren. Twee kenmerkende en bepalende publicaties daarbij zijn "het Gesprek" uit juni 2010 en de gekantelde modelverordening uit december 2010. In de jaren na het eerste onderzoek, is het van belang een vervolgonderzoek over de jaren 2010 tot en met 2012 uit te voeren over de eerder benoemde problemen, bij dezelfde zes gemeenten en meer in het algemeen. Ook wordt hierbij gebruik gemaakt van onder andere de publicaties van de VNG en het zeer recent gepubliceerde rapport van het SCP, bezien vanuit de gemeentelijke uitvoering, over het jaar 2010. In dit onderzoek worden de ontwikkelingen van vooral de vijf benoemde problemen behandeld, waarbij geconcludeerd kan worden dat (een deel van) de problemen in de afgelopen jaren kleiner zijn geworden. De Kanteling heeft hieraan een bijdrage geleverd. Gemeenten hebben getoond te beschikken over een adaptief vermogen, om te leren van problemen en mede door onderzoeksresultaten de uitvoering van de compensatieplicht beter gestalte te geven. Ze hebben lessen getrokken uit de problemen van de eerste jaren. En dit is van belang voor Nederland en voor de verdere keuze van de Rijksoverheid. We staan aan de vooravond van verdere decentralisaties, waaronder per 1 januari 2015 van de Begeleiding en Persoonlijke Verzorging van de AWBZ naar de Wmo. Het is goed als de Rijksoverheid weet - mede vanuit onderzoek - dat gemeenten kunnen voldoen aan de wensen c.q. uitgangspunten van de Rijksoverheid, die ten grondslag liggen aan de decentralisaties van Rijkstaken naar gemeenten. Decentraal (en dus dichter bij de burger) wat decentraal kan en centraal wat centraal moet.

, ,
Janssen, M.
hdl.handle.net/121309B, hdl.handle.net/2105/14084
Bachelor scripties (ESHPM)
Erasmus School of Health Policy & Management

Ruimgaart, A.L. (2013, June 12). Het compensatiebeginsel in de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Bachelor scripties (ESHPM). Retrieved from http://hdl.handle.net/2105/14084