In de geestelijke gezondheidszorg (ggz) is een goed contact tussen familieleden en zorgverleners erg belangrijk. Uit de literatuur komt een aantal redenen naar voren. Familieleden kunnen bijvoorbeeld de rol van mantelzorger vervullen. Daarnaast kunnen zij een belangrijke informatiebron voor zorgverleners zijn. Tot nu toe is er onderzoek gedaan naar wat familieleden vinden van het contact met zorgverleners. Hierbij kwam naar voren dat familieleden nog niet genoeg worden betrokken in de zorg. De autonomie en privacy van de patiënt blijken een grote invloed te hebben in het contact. In Nederland is nog niet veel bekend over wat zorgverleners vinden van het contact met familieleden. In deze scriptie is daarom onderzoek gedaan naar de inzichten van zorgverleners over het contact met familieleden. Hierbij is vooral onderzocht welke barrières voorkomen in het contact met familieleden en welke rol de autonomie en privacy van de patiënt spelen in dit contact. In dit onderzoek staat de volgende probleemstelling centraal: Hoe krijgt de relatie tussen familieleden en zorgverleners vorm tijdens de zorg voor patiënten in de geestelijke gezondheidszorg en wat is de invloed van de autonomie en privacy van de patiënt op deze relatie? Met behulp van semi-gestructureerde interviews zijn zorgverleners uit het Delta Psychiatrisch Centrum (DPC) geïnterviewd. Daarnaast zijn ook documenten geanalyseerd, zoals het familiebeleid van de instelling. Er zijn een aantal belangrijke bevindingen naar voren gekomen in dit onderzoek. Ten eerste is gebleken dat zowel de organisatie als zorgverleners erkennen dat samenwerking met familieleden belangrijk is. Ten tweede vindt er inderdaad samenwerking met familieleden plaats in het DPC. Samenwerking vindt plaats tijdens de behandelplanbespreking waarbij afspraken worden gemaakt. Om de samenwerking goed te laten verlopen, zijn er ook informele contacten om een relatie met familieleden op te bouwen. Ten derde rapporteren zorgverleners barrières in het contact met familieleden. Barrières die zij aangeven zijn bijvoorbeeld tijdgebrek, lastige familie, de patiënt die geen contact wil, de weerstand van zorgverleners om familie te betrekken en het nog niet normaal vinden om familie te betrekken. Een ander knelpunt is de autonomie en privacy van de patiënt. In dit onderzoek is ook naar voren gekomen dat deze begrippen een grote rol spelen in de ggz. Zonder toestemming van de patiënt wordt geen informatie gedeeld, waardoor contact met familieleden wordt beperkt. Ten slotte geven zorgverleners een aantal verbeterpunten aan voor het contact met familieleden. Zorgverleners moeten het normaal gaan vinden om familie te betrekken, zorgverleners moeten aandacht schenken aan familieleden en zorgverleners moeten instrumenten aangereikt krijgen om familie te betrekken. Uit dit onderzoek is gebleken dat de relatie tussen familieleden en zorgverleners geen eenvoudige is, aangezien zorgverleners verschillende barrières in het contact aangeven. De autonomie en privacy van de patiënt kan het contact tussen familieleden en zorgverleners in de weg staan. Hierdoor wordt de relatie tussen familieleden en zorgverleners al gauw problematisch geacht.

, , ,
Bovenkamp, H. van de
hdl.handle.net/121318B, hdl.handle.net/2105/14720
Bachelor scripties (ESHPM)
Erasmus School of Health Policy & Management

Kasi, W. (2013, July 10). De positie van familieleden in de geestelijke gezondheidszorg. Bachelor scripties (ESHPM). Retrieved from http://hdl.handle.net/2105/14720