In theorieën van Zizek en Pfaller komt het begrip interpassiviteit naar voren om fenomenen in de kunstwereld te begrijpen. In het werk van Gijs van Oenen wordt het begrip verruimd om zo ook sociaal-politieke fenomenen te verklaren. In deze scriptie wordt een historische analyse van de opkomst van (neo)liberalisme in moderne samenlevingen ge-schetst waarmee een context wordt beschreven waarbinnen interpassi-viteit zijn (huidige) verschijningsvormen kan krijgen. Doordat in mo-derne samenlevingen mensen enerzijds als rationele homo economicus worden begrepen, maar anderzijds als rechtspersoon en burger, ont-staat een spanning waartussen individuen continu moeten bewegen. Deze spanning wordt in de laatmoderne samenleving opgevoerd tot een door economische rationaliteit beheerst individu dat zijn identiteit als persoon moet construeren met behulp van koopbare elementen. Hoewel deze context een product is van de fundering van de samenle-ving op de wil van de individuen, kan deze eigen gekozen omgeving beklemmend overkomen. Een veelvoud aan keuzemogelijkheden kweekt een onzekerheid over de houdbaarheid van een keuze in het licht van alternatieven en daarmee een onthouding van toewijding aan die keuze. Interpassiviteit wordt dan begrepen als het anticiperen op enerzijds de dwang tot maatschappelijke conformatie en anderzijds op de onvrede die voortvloeit uit feilbare alternatieven die bij aankoop voor feilloos worden gehouden.

, ,
Dr. G.H. van Oenen
hdl.handle.net/2105/14796
Erasmus School of Philosophy

T.T. van Dijk. (2013, August 30). Interpassiviteit als Antici-Patie. Retrieved from http://hdl.handle.net/2105/14796