Burgerparticipatie in de gezondheidszorg is de laatste jaren nationaal en internationaal een fenomeen dat onder de aandacht is gekomen. Er zijn een aantal oorzaken te noemen die ertoe hebben bijgedragen dat burgerparticipatie bij het toezicht van de Inspectie van de Gezondheidszorg in Nederland volop in ontwikkeling is gekomen. Burgerparticipatie bij het toezicht heeft sindsdien een belangrijke plek gekregen in de toezichtvisie van de minister van VWS en in het meerjarenbeleidsplan van de Inspectie. Om meer inzicht te krijgen in deze materie staat in dit onderzoek het generen van meer kennis en mogelijkheden met betrekking tot het inzetten van burgerparticipatie bij het toezicht van de Inspectie voor de Gezondheidszorg centraal. Om dit inzicht te verkrijgen is er gebruik gemaakt van een literatuurstudie en interviews met respondenten uit verschillende categorieën (inspecteurs, een patiëntvertegenwoordiger en medewerkers van het ministerie van VWS). In het eerste deel van deze scriptie is beschreven welke kenmerken er toegeschreven kunnen worden aan de Inspectie en het begrip burgerparticipatie (hoofdstuk 2). Hieruit blijkt dat er vele verwachtingen kleven aan burgerparticipatie en dat deze verwachtingen gevoed worden door de druk van buitenaf om het toezicht door de IGZ te veranderen. Deze achtergronden en alle bijkomende verwachtingen van burgerparticipatie bij het toezicht zijn nader uitgewerkt in het empirische deel van deze scriptie (hoofdstuk 4). Hieruit blijkt dat er verschillende vormen van participatie zijn ontstaan met elk hun specifieke voor- en nadelen. Voordelen die worden genoemd zijn: het verhogen van de politieke en maatschappelijke legitimiteit van het toezicht, betere kwaliteit van zorg, het creëren van draagvlak voor het werk van de IGZ, het vergaren van informatie, empowerment van patiënten vergroten, het afleggen van verantwoording aan patiënten en het vergroten van de transparantie over het toezicht. Hoewel deze verwachtingen een positief beeld schetsen over de mogelijke resultaten van het gebruik van burgerparticipatie, blijkt dit tot op heden in de praktijk nog niet gerealiseerd te worden. Een belangrijke daaropvolgende conclusie is dat het doel van participatie, namelijk het verbeteren van het toezicht op de Nederlandse gezondheidszorg, niet uit het oog moet worden verloren. De respondenten geven aan dat participatie een welkome aanvulling kan zijn op de praktijk van het toezicht, maar dat hierbij goed nagedacht dient te worden wanneer participatie daadwerkelijk ‘past’. Het vergaren van dergelijke informatie leidt niet automatisch tot een relevante toevoeging op de informatie die de IGZ normaliter al te weten komt. Dit is slechts één van de knelpunten die uit de analyse naar voren is gekomen. Het voorafgaande leidt tot de volgende aanbevelingen voor de Inspectie: 1. Verleggen van de focus De focus van participatie moet niet gelegd worden op het ‘moeten’ van participatie, maar moet aan het doel van participatie beantwoorden: namelijk het houden van toezicht op de zorg met als resultaat kwaliteitsverbetering. De participatievorm is daarbij afhankelijk van het doel van participatie en van de setting. Hierbij is het van belang dat men per situatie beslist over het gebruik van participatie en doelen vaststelt. 2. Participatie leidraad ontwikkelen Ontwerp een standaard of een richtlijn voor burgerparticipatie. Dit kan een leidraad zijn waarin staat beschreven wanneer participatie wel/niet zinvol is. Uit de literatuur en de gehouden interviews blijkt immers dat praten over de zorg een bepaald niveau van denken van patiënten vereist. De Inspectie zal per keer kritisch moeten kijken of de patiënten hiertoe in staat zijn, of dat er gebruik gemaakt dient te worden van respondenten die hierin getraind zijn. Bij inspectiebezoeken et cetera kan deze leidraad geraadpleegd worden waardoor vervolgens de werkwijze en de invulling gekozen kan worden. 3. Begripsbepaling Uit de gesprekken met de respondenten bleek dat er een smalle grens bestaat tussen kwaliteit van leven en kwaliteit van zorg. Denk na over het begrip kwaliteit van zorg: in hoeverre moet kwaliteit van leven hierin betrokken worden? 4. Objectiviteit waarborgen Let op de objectiviteit van de informatie die verkregen wordt tijdens inspectiebezoeken. Dit zou bijvoorbeeld kunnen door een standaard te ontwikkelen waarbij de geldende regel is wanneer drie mensen een bewering onderschrijven, de bewering als generaliseerbaar gezien kan worden.

, , ,
Bal, R.
hdl.handle.net/121339, hdl.handle.net/2105/14829
Bachelor scripties (ESHPM)
Erasmus School of Health Policy & Management

Folmer, H.R. (2013, July 15). Burgerparticipatie bij het toezicht:. Bachelor scripties (ESHPM). Retrieved from http://hdl.handle.net/2105/14829