Achtergrond. In Nederland hebben we te maken met een bevolking die aan het vergrijzen is. Op 1 januari 2011 woonden er in Nederland 2.6 miljoen 65+ers. Niet alleen het aandeel 65+ers blijkt aanzienlijk toe te nemen, ook het aandeel 80+ers stijgt. Door het groeiende aantal ouderen wordt de vraag naar zorg groter. Hierdoor heeft één op de drie patiënten in 2025 mogelijk geen goede toegang meer tot professionele zorg. Eén van de oplossingen voor dit probleem wordt gezocht in zelfmanagement. Met zelfmanagement worden ouderen actief betrokken bij het proces van gezonder/succesvol ouder worden. Zelfmanagement bestaat uit de volgende zes vaardigheden: het vermogen om initiatief te nemen, het vermogen om te investeren, het vermogen om voor variëteit en multifunctionaliteit te zorgen, het geloof in eigen kunnen (self-efficacy) en het vermogen tot een positieve mindset naar de toekomst. In dit onderzoek wordt onderzocht in hoeverre de zes zelfmanagementvaardigheden een rol spelen bij het welzijn van ouderen in Rotterdam. Methoden. Dit cross-sectionele onderzoek werd uitgevoerd bij ouderen (70+) in Rotterdam. 869 van 2287 ouderen vulden een vragenlijst in (respons 38%). Voor deze vragenlijst was gebruik gemaakt van de SPF_IL en de SMAS-S vragenlijst. Resultaten. Uit de resultaten komt naar voren dat ook bij ouderen in Rotterdam zelfmanagementvaardigheden van belang blijken te zijn voor de mate van welzijn. De aanwezigheid van zelfmanagementvaardigheden wordt beïnvloed door een aantal achtergrondkenmerken. Vrouwen zijn over het algemeen betere zelfmanagers dan mannen en beschikken over meer zelfmanagementvaardigheden. Als gekeken wordt naar leeftijd is te zien dat wanneer ouderen een hogere leeftijd bereiken zij vaak minder goed in staat zijn om over de zelfmanagementvaardigheden te beschikken. De opleiding van ouderen speelt ook een rol bij de aanwezigheid van zelfmanagementvaardigheden. Hoogopgeleide ouderen zijn relatief gezien betere zelfmanagers dan laag opgeleide ouderen. Tot slot is ook te zien dat de hoogte van het inkomen van invloed is op de aanwezigheid van zelfmanagementvaardigheden. Wat echter wel opmerkelijk is, is dat dit alleen geldt voor de vaardigheid om te investeren. Conclusies. Indien ouderen over zelfmanagementvaardigheden beschikken heeft dit een positief effect op hun mate van welzijn. Alle zelfmanagementvaardigheden hangen samen met welzijn. Wanneer in de multivariate analyse rekening wordt gehouden met de onderlinge relaties tussen de zelfmanagementvaardigheden, dan blijkt echter dat twee zelfmanagementvaardigheden geen significante invloed meer hebben op welzijn. Dit zijn de aanwezigheid van multifunctionele bronnen en perspectief. Wanneer vervolgens de achtergrondkenmerken aan het model worden toegevoegd, zijn alle vaardigheden wel significant van invloed op het welzijn van ouderen, terwijl de invloed van de achtergrondkenmerken op welzijn juist verdwijnt. Alleen geslacht heeft nog een significante (negatieve) invloed op de mate van welzijn. Hieruit volgt dat vrouwen een hoger welzijn hebben dan mannen, maar dat indien gecorrigeerd wordt voor de mate waarin ouderen over zelfmanagementvaardigheden beschikken, mannen juist een hogere mate van welzijn blijken te hebben. Geconcludeerd kan worden dat zelfmanagementvaardigheden een grote invloed hebben op de mate van welzijn bij ouderen. Bij aanwezigheid van deze vaardigheden zouden ouderen gezonder/succesvol ouder kunnen worden en zullen een hogere mate van welzijn ervaren.

, ,
Nieboer, A.
hdl.handle.net/2105/14866
Bachelor scripties (ESHPM)
Erasmus School of Health Policy & Management

Nientker, K.E. (2013, June 25). De rol van zelfmanagement bij het welzijn van ouderen. Bachelor scripties (ESHPM). Retrieved from http://hdl.handle.net/2105/14866