Deze bachelor scriptie is geschreven in het kader van de opleiding Gezondheidswetenschappen Beleid en Management Gezondheidszorg aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam. De hoofdonderzoeksvraag is als volgt geformuleerd: is het sociaal wenselijk om commercieel draagmoederschap in Nederland te legaliseren? Om deze vraag te kunnen beantwoorden, is eerst de huidige Nederlandse en buitenlandse juridische situatie in kaart gebracht. Vervolgens is de morele toelaatbaarheid van commercieel draagmoederschap en de juridische haalbaarheid van het legaliseren van commercieel draagmoederschap besproken. Bij draagmoederschap draagt een vrouw een kind met de bedoeling het kind na de geboorte af te staan aan de wensouders. Bij laagtechnologisch draagmoederschap is het zaadcel afkomstig van de wensvader en het eicel van de draagmoeder. Bij hoogtechnologisch draagmoederschap zijn het zaadcel en eicel afkomstig van de wensouders. Ideëel draagmoederschap is een vorm van draagmoederschap waarbij een familielid of een goede vriendin vrijwillig en zonder enige vorm van financiële vergoeding voor iemand uit de familie of naaste omgeving een kind baart. De draagmoeder handelt hier dus uit altruïstische motieven. De kosten die de draagmoeder omwille van de zwangerschap moet maken, worden wel vergoed door de wensouders. Deze vorm van draagmoederschap is toegestaan in Nederland. Bij commercieel draagmoederschap gaan de wensouders op zoek naar een derde persoon die tegen een vergoeding bereid is om een kind te baren en af te staan. Commercieel draagmoederschap op zichzelf is niet verboden in Nederland en het is ook niet strafrechtelijk gesanctioneerd om een draagmoederschapscontract aan te gaan. De handelingen of gedragingen die een klimaat zouden kunnen bevorderen waarin commercieel draagmoederschap zich als maatschappelijk verschijnsel kan ontwikkelen, zijn wel strafbaar. Nederlandse wensouders kunnen gebruik maken van commercieel draagmoederschap in het buitenland, zoals bijvoorbeeld in India, Oekraïne en de Verenigde Staten. Dit brengt juridische problemen met zich bij terugkeer naar Nederland. Naast de juridische zijn er ook ethische dilemma’s rondom het commercieel draagmoederschap. De morele toelaatbaarheid is bepaald aan de hand van een literatuurstudie, enkele interviews en een analyse van mediaberichten. Commercieel draagmoederschap wordt vaak vergeleken met mensenhandel, kinderhandel en de commercialisering van het lichaam. Ook zijn de negatieve psychologische gevolgen ten opzichte van de draagmoeder, de wensouders en vooral het kind een belangrijke reden om het commercieel draagmoederschap te verbieden. Voorstanders vinden dat het commercieel draagmoederschap moet worden gelegaliseerd zolang de draagmoeder er zelf voor kiest en er geen sprake is van uitbuiting. Ze beroepen zich op het zelfbeschikkingsrecht van de vrouw. Ook wordt de behoefte aan een eigen kind van de wensouders erkend als een op zichzelf staand argument. Uit de argumenten is gebleken dat het in Nederland niet moreel toelaatbaar is om commercieel draagmoederschap te legaliseren en dat dit ook juridisch niet haalbaar is. Uit de beantwoording van de deelvragen is een koppeling gemaakt met de sociale wenselijkheid van commercieel draagmoederschap. De Nederlandse regering vindt de legalisering van commercieel draagmoederschap sociaal onwenselijk in Nederland. Ze handhaaft een ontmoedigingsbeleid tegen het verschijnsel draagmoederschap. De internationale gemeenschap is het voor het grootste gedeelte eens met het Nederlands beleid en treft zelf ook indirecte en directe maatregelen tegen commercieel draagmoederschap. De juridische haalbaarheid van het legaliseren van commercieel draagmoederschap is een ingewikkeld proces. De strafbepalingen zijn in Nederland, en voor het grootste gedeelte ook internationaal, gericht op het verbieden van commercieel draagmoederschap. Strafbepalingen die dit mogelijk maken, moeten dan worden aangepast. Deze strafbepalingen zijn weer gebaseerd op andere strafbepalingen. Deze zouden dan ook moeten worden herzien. Dit wordt dan ook als niet juridisch haalbaar geacht. Daarnaast acht een groot deel van de actoren commercieel draagmoederschap als moreel niet toelaatbaar in Nederland. Er kan dus worden geconcludeerd dat het legaliseren van commercieel draagmoederschap in Nederland niet sociaal wenselijk is.

, , ,
Buijsen, M.
hdl.handle.net/2105/14870
Bachelor scripties (ESHPM)
Erasmus School of Health Policy & Management

Akkabi, F. (2013, August 12). Commercieel draagmoederschap, sociaal wenselijk in Nederland?. Bachelor scripties (ESHPM). Retrieved from http://hdl.handle.net/2105/14870