Inleiding De Nederlandse gezondheidszorg staat voor de grote uitdagingen van stijgende zorgkosten en de toename van ouderen en chronisch zieken. Daarom is een versterking van de eerstelijnszorg nodig. In deze scriptie staat de ontwikkeling van een inloopcentrum centraal. Dit project probeert handen en voeten te geven aan de versterking van de eerstelijnszorg. De doelstelling van deze scriptie is het verkrijgen van inzicht in de wijze waarop de integratie van zorg rondom meervoudige problemen in een inloopcentrum ontwikkeld. Theoretisch kader In het theoretisch kader worden drie concepten uitgewerkt van de auteurs Mol (2006), Moreira (2005) en Minkman (2011). Integrale zorg heeft tot doel de patiënt centraal te stellen. Om te onderzoeken op welke wijze de patiënt in dit project centraal gesteld wordt, is het werk van Mol (2006) gebruikt. Zij onderscheidt de logica van het kiezen en de logica van zorg als twee perspectieven om de patiënt centraal te stellen. Het centraal stellen van de patiënt gebeurd niet alleen op klinisch niveau zoals Mol (2006) beschrijft. Daarom is in aanvulling op het werk van Mol het werk van Moreira (2005) gebruikt. De veronderstelling is dat een balans in de niveaus klinisch, organisatorisch, beleidsmatig en maatschappelijk, leidt tot een werkbare organisatievorm. Om de mate van integratie van zorg te kunnen kwalificeren wordt gebruik gemaakt van het model van Minkman (2011). Zij heeft een viertal fasen opgesteld die onderscheiden kunnen worden bij de integratie van zorg. Dit zijn respectievelijk de initiatief- en ontwerpfase, de experimentele- en uitvoeringsfase, de uitbreidings- en monitoringsfase en de consolidatiefase. Methodologie Om de onderzoeksvraag te beantwoorden, wordt gebruik gemaakt van kwalitatief onderzoek. Als dataverzamelingsmethode is gekozen voor documentenanalyses, interviews en observaties. In totaal is met 10 verschillende projectleden een interview gehouden. Daarnaast zijn tien observaties uitgevoerd van samenkomsten in het teken van het project. Bevindingen Het resultatendeel van deze scriptie bestaat uit drie onderdelen namelijk: het vertrekpunt, de gewenste situatie en de uiteindelijke situatie van de integratie van zorg rondom meervoudige problemen. In dit project blijkt dat de balans in de niveaus klinisch, organisatorisch, beleidsmatig en maatschappelijk verschillend is in elk van de situaties. In de vertreksituatie lijkt het klinische niveau de overhand te hebben. Dit heeft geleid tot een gefragmenteerd zorgaanbod. In de gewenste situatie krijgen het organisatorische, beleidsmatige en maatschappelijke niveau meer aandacht. Dit leidt ertoe dat de verschillende disciplines elkaar gaan opzoeken en dat men wenst dat in Schiedam West weer zorgaanbod is. De uiteindelijke situatie wordt gedomineerd door het organisatorische niveau. Dit is terug te zien in de middelen die ingezet worden om de samenwerking structuur te geven. De wijze van het centraal stellen van de patiënt wordt gekenmerkt door de logica van keuze. Dit is terug te zien in het aanbodgerichte denken. Er zijn echter geen observaties gedaan van momenten waar zorg verleend wordt. Wellicht had dit tot andere conclusies geleid. In het project zijn de volgende ontwikkelingsfasen gedeeltelijk terug te zien; initiatief- en ontwerpfase, de experimentele- en uitvoeringsfase.

, , ,
Bont, A.A. de
hdl.handle.net/2105/14874
Bachelor scripties (ESHPM)
Erasmus School of Health Policy & Management

Donker, M.J. (2013, August 17). Van losse pleister naar verband. Bachelor scripties (ESHPM). Retrieved from http://hdl.handle.net/2105/14874