Aanleiding In de gehele gezondheidszorgsector is extra aandacht voor het inzichtelijk maken van de kwaliteit. De afgelopen jaren is Bureau Jeugdzorg stadsregio Rotterdam ook bezig geweest met de kwaliteit. Kwaliteit is moeilijk te meten vanwege de vele definities van kwaliteit, geen eenduidige visie op kwaliteit en de vele modellen om de kwaliteit inzichtelijk te maken. Binnen de afdeling Advies- en Meldpunt Kindermishandeling (AMK) van Bureau Jeugdzorg stadsregio Rotterdam, is het zelf meten van de kwaliteit nieuw. De noodzaak om de kwaliteit te meten neemt toe. Normbepalende instanties, zoals de Inspectie Jeugdzorg, toetsen met enige regelmaat de kwaliteit van het AMK. Maar ook burgers kijken in toenemende mate naar de kwaliteit en hebben hoge verwachtingen van instanties zoals het AMK, die van de overheid de taak hebben gekregen om kindermishandeling terug te dringen. Het meten van de kwaliteit van het AMK is dus van belang voor zowel de maatschappij als voor de professionals van het AMK. Dit heeft ertoe geleid dat Bureau Jeugdzorg stadsregio Rotterdam de opdracht heeft gegeven om een generiek meetinstrument te maken waarmee in de toekomst het AMK zelf de kwaliteit in beeld kan brengen. De vraagstelling is: Op welke wijze kan de kwaliteit van de advies/consultfunctie en onderzoeksfunctie van het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling worden gemeten? Methoden Om een antwoord te geven op die vraag hebben literatuuronderzoek, documentenanalyse, focusgroepbijeenkomsten (n=17) en verdiepende interviews (n=5) plaatsgevonden. Alle resultaten hebben geleidt tot een generiek meetinstrument voor het AMK. Dit instrument is uiteindelijk getoetst door de focusgroepsleden op de mate van belangrijkheid van het en meetbaarheid van de data. Conclusies Uit het onderzoek kan worden geconcludeerd dat het meten van kwaliteit bij het AMK mogelijk is door middel van een generiek meetinstrument. Het generieke meetinstrument is theoretisch goed onderbouwd doordat de drie gebruikte modellen complementair zijn aan elkaar. Daarnaast is het instrument praktisch onderbouwd en getoetst, waaruit blijkt dat het instrument overwegend belangrijk wordt ervaren en de data matig meetbaar zijn. Een combinatie van drie modellen zorgt voor de theoretische onderbouwing van het meetinstrument. Als eerste de Balanced Scorecard, die de visie omzet in prestatie indicatoren. Als tweede het HKZ-model, een kwaliteitsmanagementsysteem. Als derde het interventiemodel, voor de effectiviteitsmeting. Juist het gebruik van de combinatie zorgt ervoor dat kwaliteitselementen worden gebundeld waardoor het AMK zelf grip krijgt op de kwaliteit en niet alleen afhankelijk is van externe metingen. Uiteindelijk blijkt uit het onderzoek dat het instrument matig meetbaar is en veel dossieronderzoek nodig is om de data te genereren. Voorts blijkt dat de medewerkers van het AMK in staat zijn om met de modellen te werken. Ze zijn enthousiast geraakt om in de toekomst mee te denken over kwaliteit. Discussie en aanbevelingen De betrouwbaarheid van dit kwalitatieve onderzoek is niet optimaal. Daarnaast zijn al vroeg in het onderzoek keuzes gemaakt voor gangbare modellen en een eenduidige visie op kwaliteit, waardoor bijvoorbeeld het INK-model is uitgesloten. In het optimaliseren van het generiek meetinstrument kan dit model in ogenschouw worden genomen. Het onderzoek adviseert verder om een pilot uit te voeren met het meetinstrument en een aantal constructen verder uit te werken. Een nulmeting moet worden uitgevoerd, waarna een bepaling van de norm kan volgen. Tevens dient de mening van cliënten over kwaliteit te worden gevraagd, die is in dit onderzoek niet meegenoemen. Uiteindelijk wordt gestreefd dit instrument landelijk te implementeren bij alle AMK’s waardoor zij uitspraken over de kwaliteit op basis van een norm met elkaar kunnen uitwisselen.