In het voorjaar van 2012 werd door vijf politieke partijen afgesproken dat de salarissen van de Nederlandse medisch specialisten meer in lijn moesten worden gebracht met die van hun internationale collega’s. De aanname was dat hierdoor de groei van de zorgkosten meer in de hand gehouden kon worden. Daarop verscheen, in opdracht van de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, een rapport van de commissie ‘inkomens medisch specialisten’ onder voorzitterschap van prof. dr. P. L. Meurs. Eén van de conclusies in het eindrapport “Gezond belonen. Beleidsopties voor de inkomens van medisch specialisten” is dat vorming van regiomaatschappen een bedreiging vormt voor het in de hand houden van zorgkosten. Regiomaatschappen zorgen, volgens de commissie, voor het divergeren van de belangen van het ziekenhuis en de medisch specialist. Een sterkere positie van de maatschap zou de onderhandeling met het ziekenhuis verstoren. De overheid heeft de aanbevelingen van dit rapport overgenomen en is zich op dit moment aan het beraden hoe de vorming van regiomaatschappen zoveel mogelijk ontmoedigd kan worden. De stellingname van de commissie Meurs is tweeledig. Allereerst gaat de commissie ervan uit dat de machtsbalans tussen maatschap en ziekenhuis verandert door de vorming van een regiomaatschap. Ten tweede zorgt de vorming van een regiomaatschap, aldus de commissie, voor het divergeren van de belangen van het ziekenhuis en de maatschap. Dit kwalitatieve onderzoek wil de discussie aangaan met deze standpunten van de commissie Meurs. Het onderzoek richt zich op het in kaart brengen van de consequenties van de regiomaatschap voor de onderhandelingsrelatie met het ziekenhuis. Hiervoor worden de inzet van machtsbronnen en de consequenties daarvan voor de machtsbalans geanalyseerd. Door middel van documentanalyse en semigestructureerde interviews wordt inzicht verkregen in bovenstaande vraagstelling. De regiomaatschap ‘Urologen voor U’ en de onderhandelingsrelatie van deze regiomaatschap met het St. Antonius ziekenhuis heeft hiervoor als casus gediend. Uit het onderzoek blijkt dat de regiomaatschap inderdaad een sterkere positie heeft verkregen ten opzichte van het ziekenhuis. Door de verschuiving in machtsbronnen is de machtsbalans in het voordeel van de medisch specialisten beslecht. Toch blijkt uit dit onderzoek dat het ziekenhuis niet per definitie overgeleverd is aan de grillen van de regiomaatschap. Het ziekenhuis beschikt over, voor de regiomaatschap, cruciale ondersteunende middelen en heeft een toelatingsovereenkomst met de medisch specialisten. Hoewel het ziekenhuis deze machtsmiddelen niet ten volle inzet kan dit bijdragen aan het in balans brengen van de positie van de regiomaatschap ten opzichte van het ziekenhuis. De sterkere positie van de regiomaatschap hoeft, in tegenstelling tot wat de commissie Meurs stelt, niet te zorgen voor het divergeren van de belangen. Uit dit onderzoek blijkt dat het mogelijk is om de relatie tussen ziekenhuis en maatschap op basis van co-makership vorm te geven. Hierin wordt uitgegaan van een uitbestedingsrelatie tussen afnemer en leverancier. Een zakelijke overeenkomst vormt hierbij de basis. Door afstand te creëren tussen ziekenhuis en maatschap ontstaat de mogelijkheid om door te groeien naar een meer volwassen en zakelijke relatie, waarin ook elementen zoals vertrouwen en samenwerking een rol spelen.

, ,
Scholten, Gerard
hdl.handle.net/2105/15113
Master Zorgmanagement
Erasmus School of Health Policy & Management

Kastelijn, K.M. (2013, June 5). Samen sterker?!. Master Zorgmanagement. Retrieved from http://hdl.handle.net/2105/15113