Door de fluctuerende vraag naar zorg, wisselende arbeidstijden en de gereguleerde marktwerking, is flexibilisering van arbeid in de zorgsector een veelbesproken thema geworden. Door de toenemende flexibele schil in organisaties, is het van belang inzicht te verkrijgen in percepties over flexibiliteit van medewerkers van verschillende organisatielagen. Inzicht in en discrepanties tussen deze percepties worden verklaard vanuit attributies, verwachtingen of andere factoren. Door inzicht in percepties te verschaffen en verklaringen aan te dragen voor mogelijke discrepantie in de perceptie van flexibiliteit, kunnen beoogde effecten van de implementatie van de flexpool, beter worden gerealiseerd. Hiermee kan een optimale situatie worden bereikt voor zowel de organisatie als de flexibele medewerker. Het theoretisch kader met de concepten flexibiliteit, attributie theorie aangevuld met het SHRM procesmodel en het psychologisch contract met wederzijdse verwachtingen vormen de wetenschappelijke achtergrondinformatie voor onderzoek. Door middel van het theoretisch kader, de documentanalyse en interviews met verschillende organisatielagen van de St. Anna Zorggroep, is antwoord gegeven op de probleemstelling: ´Hoe kan een eventuele discrepantie in perceptie over flexibiliteit in de St. Anna Zorggroep tussen managementlagen en de flexibele medewerker worden verklaard, bekeken vanuit attributies en verwachtingen?´ Uit de resultaten blijkt dat het hoger management en de coördinatoren van de flexpool numerieke en functionele flexibiliteit definiëren en de afdelingshoofden en flexmedewerkers alleen numerieke flexibiliteit. Het verschil in perceptie komt tot uiting in de functionele flexibiliteit; het multi-inzetbaar kunnen en willen zijn van flexmedewerkers. Verklaringen in perceptie worden gevonden in verschillen in attributies, verwachtingen en andere factoren. Zo benadrukt het hoger management voornamelijk organisatieattributies voor opzet van de flexpool en flexmedewerkers meer werknemersattributies. Ook bestaan verschillen in verwachting over het multi-inzetbaar kunnen en willen zijn, wat mede kan worden verklaard door de manier van implementatie en communicatie van de flexpool. Bovendien blijkt een aantal flexmedewerkers zich minder betrokken te voelen bij de teams, terwijl andere organisatielagen verwachten dat flexmedewerkers net zo betrokken zijn bij de organisatie als de vaste medewerkers. Het verschil in deze perceptie, kan verklaard worden door ongelijkheid in behandeling en betrokkenheid van flexmedewerkers ten opzichte van vaste medewerkers. Discussies gaan onder meer in op een onderbelicht en essentieel thema in dit onderzoek: de rol van afdelingshoofd bij de vertaling van het beleid naar de werkvloer, wat tevens essentieel is voor perceptievorming van een ingevoerde praktijk.

, , ,
Broek, J. van der
hdl.handle.net/2105/15115
Master Zorgmanagement
Erasmus School of Health Policy & Management

Heijden, M.A. van der. (2013, July 8). Flexibel werken in de zorg?. Master Zorgmanagement. Retrieved from http://hdl.handle.net/2105/15115