In het cultuureducatiebeleid van minister Zijlstra (2011) wordt de kwaliteit van het cultuuronderwijs vertaald naar een goede verankering van cultuureducatie in het onderwijs en aandacht voor cultuureducatie bij alle culturele instellingen, landelijk en lokaal. Aan de focus op een samenwerking tussen het onderwijs en culturele instellingen wordt door vmbo Palmentuin te Rotterdam al enige jaren gehoor gegeven. In deze thesis staat de vraag centraal hoe deze samenwerking, en het overheidsbeleid op het gebied van cultuureducatie in zijn geheel, in de praktijk wordt gebracht. Hiervoor is de volgende onderzoeksvraag opgesteld: Hoe wordt overheidsbeleid op het gebied van cultuureducatie vertaald door Rotterdamse scholen en kunstvakdocenten en op welke wijze hangt deze vertaalslag samen met de beleving en beoordeling door de leerlingen? De visie en ideeën van kunstvakdocenten blijken globaal overeen te komen met de ideeën over cultuureducatie zoals die in de visie en programmering van de school zijn omschreven. De keerzijde van deze constatering is dat dit mogelijk komt doordat de visie en doelstellingen zeer ruim geformuleerd zijn en dus weinig concreet worden gemaakt in het schoolbeleid omtrent cultuureducatie. Een gevolg van ruim geformuleerde doelstellingen is dat ze lastig te meten zijn. De focus van het huidige overheidsbeleid op het gebied van (cultuur)onderwijs is echter steeds meer evidence-based geworden. Het meten van wat cultuureducatie concreet oplevert, en met name wat de effecten zijn op bijvoorbeeld schoolprestaties, is problematisch. Er ontbreekt een goede theorie om te beredeneren waarom bijvoorbeeld percussielessen invloed zouden hebben op schoolprestaties. Daarnaast blijkt het meten van effecten van cultuureducatie sterk onderhevig aan bepaalde condities. Centraal in deze thesis staat de theorie van Susan Galloway (2009) die stelt dat onderzoek naar de impact van cultuureducatie gebaseerd moet zijn op een generatief begrip van de causale verandering, waarbij theorie de basis vormt. Deze vorm van onderzoek draagt bij aan het ontwikkelen van theorieën over causale verandering. Daarnaast biedt het kennis over hoe en waarom veranderingen zich voordoen (wat werkt, voor wie, en onder welke omstandigheden). Zo blijkt uit dit onderzoek bijvoorbeeld dat hoewel de Palmentuin erg tevreden is over het cultuureducatieproject en de samenwerking met een expert op het gebied van cultuureducatie, dit in de praktijk niet altijd de gewenste resultaten oplevert. Het kan voor beleidsmakers van groot belang zijn te weten dat er een verband bestaat tussen basale zaken als inroostering van de cultuurlessen en het plezier dat leerlingen eraan beleven. Vele kleine onderzoeken waarin wordt gewerkt met een generatief begrip van causale verandering kunnen op deze manier bijdragen aan de ontwikkeling van bewijs. Deze informatie is van groot belang voor beleidsmakers van cultuur(educatie)beleid en is noodzakelijk voor een goede aansluiting van dit beleid bij de onderwijspraktijk.

, , , ,
Dool, C.J. van den
hdl.handle.net/2105/15195
Sociologie van Kunst en Cultuur , Master Arts, Culture & Society
Erasmus School of History, Culture and Communication

Kom, E. (2012, October 10). Cultuureducatie; noodzaak of bijzaak. Master Arts, Culture & Society. Retrieved from http://hdl.handle.net/2105/15195