In dit onderzoek is gekeken naar de Nederlandse verkiezing van Culturele Hoofdstad van Europa 2018. Er is onderzocht hoe kandidaat-steden Maastricht, Eindhoven en Leeuwarden zich in deze verkiezing profileren en legitimeren voor de titel in hun bidbooks. De verkiezing brengt de kandidaat-steden in een onzekere positie waarin ze afhankelijk zijn van het oordeel van de Europese jury, moeten voldoen aan ambigue criteria, en zich moeten zien te onderscheiden van hun concurrenten. Onderzocht is hoe de steden in deze situatie proberen de jury te overtuigen. Uitgangspunt hierbij was het theoretisch perspectief van institutionalisme, dat stelt dat organisaties bij ambiguïteit en onzekerheid een beroep doen op instituties. Aanpassing aan instituties verschaft organisaties legitimiteit, en wordt institutioneel isomorfisme genoemd. In dit onderzoek is gekeken naar de institutionele context van de verkiezing van Culturele Hoofdstad van Europa en is onderzocht welke institutionele factoren de profilering en legitimering van de steden beïnvloed hebben. Uit het onderzoek blijkt dat de steden zich grotendeels in lijn met hun eigen citymarketingbeleid profileren. Ze gebruiken de profilering om zich te onderscheiden van hun concurrenten. Bovendien benadrukken ze of hun Europese karakter, of hun unieke culturele identiteit die de Europese diversiteit bevestigd. In de legitimering van de steden zijn drie overkoepelende retorische strategieën te herkennen. Allereerst betogen de steden dat Europa erbij gebaad is wanneer zij Culturele Hoofdstad worden. Doormiddel van isomorfisme met het Europese beleid benadrukken ze dat ze zich met de titel zullen inzetten voor Europa. Daarentegen nemen de steden ook een hulpbehoevende houding aan en betogen ze dat ze de titel nodig hebben. Hieruit blijkt dat de titel van Culturele Hoofdstad niet zozeer een erkenning van culturele excellentie is, als wel een stimuleringsinstrument voor stedelijke herontwikkeling. Tot slot legitimeren de steden zich door te betogen dat ze titelwaardig zijn. Dit doen ze door de maatschappelijke relevantie van de gekozen onderwerpen te benadrukken, evenals de eigen capaciteiten, de grondige voorbereiding van de kandidatuur en de inbedding van het evenement in het beleid van de stad. Uit het onderzoek blijkt bovendien dat zowel het stedelijk beleid als het Europese beleid, en vervolgens ook de in de bidbooks gehanteerde retoriek sterk wordt beïnvloed door het discours van de creatieve stad.

, , , , , , , , ,
Reijnders, S.L.
hdl.handle.net/2105/15204
Sociologie van Kunst en Cultuur , Master Arts, Culture & Society
Erasmus School of History, Culture and Communication

Oord, L.J. van. (2013, August 30). De profilering van legitimering van steden in de verkiezing van Culturele Hoofdstad van Europa. Master Arts, Culture & Society. Retrieved from http://hdl.handle.net/2105/15204