2013-08-30
Achter de schermen
Publication
Publication
Hoe de cultuur van een middelbare school het succes van kunstprojecten beïnvloedt
In deze thesis wordt de volgende onderzoeksvraag beantwoord: Op welke wijze is de schoolcultuur van invloed op het succes van een kunstproject in het voortgezet onderwijs? Onder schoolcultuur wordt de cultuur van de medewerkers verstaan, met een kunstproject wordt een schoolmusical of –toneelstuk bedoeld. Het succes van het project omvat zowel de voorbereidingen als het resultaat en wordt door zowel de medewerkers als de onderzoeker bepaald. In dit onderzoek zijn de culturen van vier middelbare scholen onderzocht. Door middel van observaties van de voorbereidingen, overleggen omtrent het project en de voorstellingen is data verzameld. Aangezien er tevens met 21 schoolleden interviews zijn afgenomen is het mogelijk om aan te geven welke uitspraken vanuit het etic perspectief zijn gedaan en welke er vanuit emic oogpunt zijn gedaan. De interviews waren semigestructureerd en de vragen in de gesprekken waren open van aard. In het onderzoek zijn verschillende aspecten van een schoolcultuur meegenomen, te weten de fysieke inrichting van het pand, de procedures, rituelen en gewoonten rondom het project, helden en mythen voor wat betreft het project, gedeelde normen en waarden ten aanzien van de waardering vanuit de schoolleiding, de rol van de leerling en het doel van de productie. Een belangrijk deel van een schoolcultuur wordt gevormd door de interacties die tussen medewerkers plaatsvinden. In deze thesis is het netwerk van de medewerkers die bij de totstandkoming van het project betrokken zijn en de aan- of afwezigheid van reciprociteit tussen hen onderzocht. Tevens is onderzocht of de interacties tussen de leden met betrekking tot het project meer binnen de formele of de informele organisatie van de school plaatsvonden. De relaties tussen de leden zijn ingedeeld in één van deze vier categorieën: parallel play, vijandige relatie, aangename relatie of een collegiale relatie. De belangrijkste conclusies uit dit onderzoek zijn dat meervoudige banden tussen schoolleden en de intrinsieke motivatie van die leden om het project tot een succes te maken het succes positief beïnvloeden. Contacten binnen de informele organisatie zijn belangrijk. Het delen van normen en waarden is ook belangrijk maar zijn niet zo van belang als de aanwezigheid van meervoudige banden en de intrinsieke motivatie van de leden. Een gemeenschappelijke doelstelling is ook van positieve invloed op het succes van het project. Vaste procedures, gewoonten en rituelen zijn prettig voor de leden maar zijn niet vereist om de productie tot een succes te maken. Waardering vanuit de schoolleiding in de vorm van het beschikbaar stellen van uren wordt op prijs gesteld, maar de leiding kan ook op andere manieren haar waardering uiten. De fysieke inrichting van het pand en de aanwezigheid van subgroepen kunnen zowel bevorderend als belemmerend werken voor het succes van het project. Meerdere actoren met een hoge degree centraliteit is bevorderlijk voor het succes. Er is regelmatig onderzoek gedaan naar verschillende schoolculturen. Er is – voor zover uit dit onderzoek is gebleken – niet eerder wetenschappelijk onderzoek gedaan naar de mate waarin een schoolcultuur belemmerend of bevorderend werkt bij de totstandkoming van een kunstproject. Daarin is de wetenschappelijke relevantie en toegevoegde waarde ten opzichte van de hiervoor genoemde eerdere onderzoeken van deze thesis gelegen. Naast een wetenschappelijk doel is ook getracht een maatschappelijke relevantie te creëren. Dit onderzoek naar de bevorderende en belemmerende aspecten van een schoolcultuur biedt mogelijk handvatten aan scholen bij de productie van een kunstproject.
Additional Metadata | |
---|---|
, , , , , , | |
Dool, C.J. van den | |
hdl.handle.net/2105/15230 | |
Sociologie van Kunst en Cultuur , Master Arts, Culture & Society | |
Organisation | Erasmus School of History, Culture and Communication |
Bos, E.S. (2013, August 30). Achter de schermen. Master Arts, Culture & Society. Retrieved from http://hdl.handle.net/2105/15230
|