We kunnen in onze huidige wereld niet meer zonder lezen. Vrijwel ieder kind in Nederland leert deze vaardigheid op de basisschool. Dit was ruim tweehonderd jaar geleden echter nog niet gebruikelijk: een aantal kinderen leerde weliswaar lezen op de lagere school, maar basisonderwijs was destijds veel minder toegankelijk dan nu. Het kostte niet alleen geld om kinderen naar school te sturen, maar onderwijs werd ook veel minder gestimuleerd vanuit de overheid dan tegenwoordig. Bovendien waren critici van mening dat het niet verstandig was de lagere maatschappelijke standen toegang te geven tot kennis uit boeken. Angst voor een toename aan kennis onder de lagere standen was echter niet de enige reden om de toegang tot boeken te beperken. Vooral vrouwen en jongeren moesten uitkijken. De verkeerde boeken, romans in het bijzonder, zouden namelijk hun het hoofd op hol doen slaan en leiden tot onvoorzichtige en – nog erger – ondeugdzame gedragingen. Dergelijke adviezen en waarschuwingen werden gepubliceerd in de pedagogische adviesboeken aan het eind van de achttiende en begin van de negentiende eeuw. Auteurs gaven niet alleen advies over hoe het dagelijks leven ingericht zou moeten worden, maar poogden ook te helpen in het maken van de juiste keus uit een steeds groter wordend boekenaanbod. Soms raadden ze in een directe vorm titels aan of af, een andere keer schreven zij een indirect, moraliserend verhaaltje of een gebundelde brief met daarin een leesadvies. Waren dergelijke adviesboeken een nieuw fenomeen? Hoe ontwikkelden de adviezen zich in de loop van de tijd? Op basis van een comparatieve studie naar dertig adviesboeken, die in de Nederlandse taal verschenen tussen 1780 en 1830, poogt dit onderzoek de ontwikkeling binnen deze periode te beschrijven. Eén van de belangrijkste ontdekkingen die ik deed, was de veranderde houding ten aanzien van vrouwen en hun leesgedrag. Als onderdeel van een nationaal beschavingsoffensief, dat poogde de burgers op de juiste manier op te voeden, werd in 1806 de Schoolwet ingevoerd, die onderwijs toegankelijk maakte voor iedereen – dus ook voor vrouwen. Vanaf dit moment verandert de discussie van “of” vrouwen zouden moeten lezen, naar “wat” vrouwen zouden moeten lezen. En zo zijn er meer veranderingen die gedurende de onderzoeksperiode plaatsvinden, zoals de ontdekking van een enorme hoeveelheid waarschuwingen tegen de verkeerde leeslust, de angst voor de roman als grootste oorzaak van tijdverspilling en de positieve waardering van informatieve boeken. Deze pedagogische adviesboeken, geschreven aan het eind van de achttiende en het begin van de negentiende eeuw, zijn een spiegel van hun tijd, waarin onder andere gefilosofeerd werd over deugdzaam gedrag, welke boeken dit gedrag bevorderden en welke absoluut niet gelezen mochten worden. Ze brachten het maakbaarheids- en huiselijkheidsideaal samen in een natie-breed beschavingsoffensief dat garant moest staan voor een terugkeer naar Gouden tijden. Of dit lukte is niet met zekerheid te zeggen, maar dat de pogingen daartoe vol overgave gedaan werden, zal blijken uit mijn Thesis.

, , , , ,
Baggerman, J.A.
hdl.handle.net/2105/15431
Maatschappijgeschiedenis / History of Society
Erasmus School of History, Culture and Communication

Berkel, M. van. (2013, August 30). Ver(p)licht lezen. Maatschappijgeschiedenis / History of Society. Retrieved from http://hdl.handle.net/2105/15431