Het onderwerp van deze thesis is het draagvlak voor kunst en cultuur. De onderzoeksvraag die centraal staat is Wat is de samenhang tussen de verschillende elementen van het draagvlak voor kunst en cultuur en in welke mate zijn deze te verklaren vanuit sociaal demografische kenmerken? Er is weinig onderzoek gedaan naar (de determinanten van) draagvlak voor kunst en cultuur, en in dit onderzoek wordt gekeken naar een eventueel verband tussen sociaal-economische status en de mate van draagvlak voor kunst en cultuur. Van den Broek (2011) noemde in zijn artikel drie manieren waarop draagvlak voor kunst en cultuur tot uiting kan komen: erkenning, verdieping en ondersteuning. Binnen dit onderzoek wordt het draagvlak opgedeeld in erkenning - het belang van en de waardering voor kunst en cultuur, en ondersteuning - de steun aan subsidies per kunstdiscipline. Hierbij wordt ook participatie, de culturele leefstijl, gezien als een element van draagvlak voor kunst en cultuur. Er is onderzoek gedaan naar het verband tussen de sociaal-economische kenmerken en het culturele gedrag. De theorie die hierbij getoetst wordt, is de theorie van Bourdieu (1984); betekent een hogere sociale status ook een hogere participatie of een hogere culturele smaak? Ook smaakbreedte (Peterson & Simkus, 1992) wordt in kaart gebracht. Ook is er gekeken naar de invloed van het culturele gedrag op het draagvlak voor kunst en cultuur. Er kan een onderscheid gemaakt worden tussen wat mensen doen en wat hun overtuigingen zijn. In dit geval kunnen we participatie opvatten als disposition to act en draagvlak als disposition to believe (Lahire, 2011). De vraag is wat het verband is tussen de twee disposities – en daarmee ook in welke mate - de dispositions to act en de dispositions to believe van elkaar verschillen. Tenslotte is er ook gekeken naar het verband tussen politieke voorkeur en het draagvlak. Uit onderzoeken is gebleken dat er een onderscheid is tussen de culturele en economische elite (Berghman, & van Eijck, 2009). De economische elite is meer conservatief, niet alleen in hun politieke voorkeur maar ook hun leefstijl. De culturele elite geeft meer steun aan progressieve partijen en heeft een voorkeur voor kritische of avant-gardistische kunst. Het idee dat kunst en cultuur een linkse hobby is (geworden) zou dus voort kunnen komen uit de verschillende culturele oriëntaties van deze klassenfracties binnen de elite of dominante klasse. In de thesis is gebruik gemaakt van een panelonderzoek uit 2010 van het COS in opdracht van het dKC. De resultaten zijn aan de hand van SPSS geanalyseerd. De conclusie is dat het draagvlak van kunst en cultuur voornamelijk samenhangt met de participatie aan kunst en cultuur, maar het blijkt ook dat de politieke voorkeur steeds de belangrijkste en meest significante voorspeller is. Het is niet zozeer de sociale positie van het individu die bepalend is voor het draagvlak, maar het zijn de sociale segmenten waartoe mensen behoren, ongeacht de status van dat segment, die bepalend zijn voor de mate van het draagvlak.

, , , , , , ,
Eijck, C.J.M. van
hdl.handle.net/2105/15603
Master Arts, Culture & Society
Erasmus School of History, Culture and Communication

Niessen, H.T. (2013, August 30). Draagvlak voor kunst en cultuur. Master Arts, Culture & Society. Retrieved from http://hdl.handle.net/2105/15603