Achtergrond: Door de toenemende veranderingen in de gezondheidszorg zijn zorginstellingen genoodzaakt veranderingen door te voeren. Hoewel al veel veranderingen worden geïmplementeerd, blijkt het behouden van de veranderingen vaak moeilijk. Verschillende onderzoeken hebben aangetoond dat 70% van alle veranderingstrajecten alsnog mislukken. Om beter inzicht te verkrijgen in de factoren die bijdragen aan het behouden van een verandering is hier gedurende het Zorg voor Beter programma onderzoek naar gedaan. Dit grootschalige verbeterprogramma had als doel een impuls te geven aan de verbetering van de kwaliteit van zorg in de Nederlandse verpleeg- en verzorgingshuizen en de thuiszorg. In dit onderzoek staat de volgende probleemstelling centraal: Welke teamkenmerken hebben invloed op de borging van nieuwe werkwijzen van verbeterteams in de langdurende zorg? Methoden: Voor dit onderzoek is gebruik gemaakt van secundaire data vanuit het evaluatieonderzoek van het Zorg voor Beter programma. Totaal zijn er naar 217 teams vragenlijsten verstuurd. De gegevens van de vragenlijsten direct na het programma (T1) en een jaar later (T2) zijn gebruikt. Gedurende de T1 meting reageerde gemiddeld 3,05 teamleden per team, in T2 lag dit gemiddelde op 2,21. Totaal hebben er 69 teamleden uit 49 teams beide vragenlijsten ingevuld. Om tot een beantwoording van de probleemstelling te komen zijn op teamniveau van teamgrootte, leeftijd, opleidingsniveau, leiderschap en teamklimaat correlaties berekend om na te gaan wat de relatie met borging is. Om na te gaan of het type project van invloed is, is een variantie analyse uitgevoerd. Tot slot is er een regressie analyse uitgevoerd. Resultaten: De twee subdimensies van borging laten beiden een relatief positieve score zien. Routinisering scoorde gemiddeld 40,56 met een range van 25-52 (theoretische range was 7- 60) en institutionalisering had een gemiddelde score van 62,06 met een range van 40-80 (theoretische range was 11-90). Leeftijd liet een verband met institutionalisering zien (r=0,320; P=0,012). Daarnaast werd op er een sterke verband tussen leiderschap en borging gevonden. Ook werd duidelijk dat de scores op borging significant verschillen bij de verschillende projecten. Teamgrootte, opleidingsniveau en teamklimaat lieten geen significant verband met borging zien. Tot slot liet de regressie zien dat een hogere leeftijd en een hoge mate van leiderschap een positieve invloed heeft op de mate van routinisering. Conclusie: Geconcludeerd kan worden dat bij het Zorg voor Beter traject teamgrootte, diversiteit in opleidingsniveau en teamklimaat allen geen significante invloed hebben gehad op de mate van borging. Wel werd duidelijk dat leiderschap een positief verband heeft met zowel routinisering als institutionalisering. Ook kan geconcludeerd worden dat een hogere gemiddelde leeftijd van een team een positief effect heeft op de routinisering van de nieuwe werkwijzen. Tot slot is gebleken dat het soort project van invloed is op de borging. Voor een succesvolle borging is het van belang om aandacht te hebben voor het type project, de gemiddelde leeftijd in een team en met name het leiderschap. Discussie/aanbevelingen: Over de faal- en succesfactoren van de effectiviteit op korte termijn is al veel bekend, het blijkt dat de belangrijke factoren voor effectiviteit niet altijd hetzelfde verband laten zien bij borging. Er is meer onderzoek nodig naar de beïnvloedende factoren bij een verandering op langere termijn.

,
Strating, M.
hdl.handle.net/2105/15635
Master Zorgmanagement
Erasmus School of Health Policy & Management

Deckers, E.M. (2013, August 30). Borging van nieuwe werkwijzen. Master Zorgmanagement. Retrieved from http://hdl.handle.net/2105/15635