Introductie Tegenwoordig is het niet meer zo vanzelfsprekend om 20 jaar bij dezelfde werkgever te blijven werken. Werknemers zijn meer gericht op het verwerven, onderhouden en het gebruik maken van kwalificaties gericht op het omgaan met een veranderende arbeidsmarkt tijdens alle stadia van de loopbaan. Dit betekent dat er andere verwachtingen zijn van zowel de werknemer als de werkgever. De werkgever verwacht dat de werknemer flexibel inzetbaar (employabel) is en verantwoordelijk is voor eigen ontwikkeling. De werkgever moet de werknemer wel in staat stellen om zichzelf verder te ontwikkelen. Dit kan de werkgever doen door het aanbieden van employability bevorderende activiteiten. Hierdoor bestaat echter wel het gevaar dat de werknemer aantrekkelijker wordt voor andere organisaties, met als gevolg dat de werknemer de organisatie verlaat. Dit wordt ook wel de employability-paradox genoemd. Dit vertaald zich in de volgende probleemstelling: In hoeverre hebben employability cultuur, carrièretevredenheid en pro-activiteit via employability oriëntatie invloed op het gebruik van employability activiteiten en in hoeverre heeft dit invloed op de organisatiebetrokkenheid? Dit onderzoek is tweeledig. Enerzijds is het gericht op het inzichtelijk krijgen van een aantal beïnvloedende factoren van employability oriëntatie (attitude van werknemers ten aanzien employability activiteiten) en employability activiteiten (gebruik van employability bevorderende activiteiten). Anderzijds is getoetst op de invloed van employability activiteiten op de verschillende vormen van organisatiebetrokkenheid van verpleegkundigen. Methode Het kwantitatieve onderzoek is uitgevoerd binnen het Canisius Wilhelmina Ziekenhuis in Nijmegen. Vragenlijsten zijn eenmalig uitgezet onder 361 verpleegkundigen. De respons van dit onderzoek bedroeg 42% (N=152). In dit onderzoek is voor alle vragenlijsten gebruik gemaakt van gevalideerde vragenlijsten. Door een correlatieanalyse werd de onderlinge samenhang zichtbaar en kon worden vastgesteld welke variabelen meegenomen konden worden in de multivariabele regressieanalyse. De probleemstelling is deels beantwoord door in twee aparte stappen regressies uit te voeren met enerzijds employability cultuur, carrièretevredenheid en pro-activiteit als onafhankelijke variabelen en anderzijds employability oriëntatie als afhankelijke variabele om op deze wijze het mediërend effect ten aanzien van de afhankelijke variabele employability activiteiten vast te stellen. Daarnaast is nog een multivariabele regressieanalyse uitgevoerd om de relatie tussen employability activiteiten en normatieve betrokkenheid te toetsen. De variabelen leeftijd, aantal jaren in functie, aantal jaren op afdeling, contracturen en opleiding zijn als controlevariabelen meegenomen in een regressieanalyses. Resultaten Pro-activiteit heeft een positief verband met zowel employability oriëntatie (β=0,21) als employability activiteiten (β=0,39). Carrièretevredenheid daarentegen heeft een negatief verband met employability oriëntatie (β=-0,19) en employability activiteiten (β=-0,21). Daarnaast is employability oriëntatie een mediërende variabele, dit werd nog eens extra bevestigd door een significante Sobel test. Dit gehele model verklaart 31,8% van de variantie van de onafhankelijke variabele employability activiteiten. De employability cultuur toonde geen verband met de variabelen employability oriëntatie en employability activiteiten. De employability cultuur heeft wel een significant verband met affectieve betrokkenheid (β=0,32). Ten slotte is een verband gevonden tussen de variabelen employability activiteiten en normatieve betrokkenheid (β=0,32). Conclusie De zogeheten employability-paradox lijkt in dit onderzoek niet op te gaan. Vanuit de gedachte ‘lifetime employability’ werd verwacht dat de continuïteitbetrokkenheid hoger zou zijn bij verpleegkundigen die veel gebruik maken van employability bevorderende activiteiten. Dit blijkt niet het geval te zijn. Naarmate men meer employability bevorderende activiteiten uitvoert, is men des te meer op een normatieve manier betrokken bij de organisatie. Dit betekent dat verpleegkundigen gebonden kunnen worden aan de organisatie door te investeren in employability bevorderende activiteiten. Doordat er geïnvesteerd wordt in de ontwikkeling voelt de verpleegkundige zich verplicht om iets terug te doen voor de organisatie. Dit geeft een nieuw inzicht in de employability-paradox gericht op de verpleegkundigen werkzaam in ziekenhuizen.

, , ,
Strating, M.
hdl.handle.net/2105/15636
Master Zorgmanagement
Erasmus School of Health Policy & Management

Haagen, I.R. van der. (2013, August 30). Binden door boeien. Master Zorgmanagement. Retrieved from http://hdl.handle.net/2105/15636