Binnen Nederland is een beroerte, ook wel een CVA genoemd, wat betreft ziektekosten en ziektelast één van de belangrijkste aandoeningen. Op basis van de demografische ontwikkelingen is de verwachting dat het aantal personen met een beroerte de komende jaren met 40% zal toenemen (Nationaal Kompas Volksgezondheid, 2011). Om aan deze vraag te voldoen zullen de CVA-ketens optimaal moeten functioneren. Dit onderzoek richt zich op het optimaliseren van de patiëntenstroom binnen een CVA-keten. Uit eerdere onderzoeken is gebleken dat met name de doorstroom van de revalidatieafdeling van het verpleeghuis naar een longstay afdeling van een verpleeghuis een bottleneck is. In dit onderzoek is gekeken of de theorie van buffermanagement bij kan dragen aan het optimaliseren van deze doorstroom. Door middel van een kwantitatieve onderzoeksmethode is de volgende probleemstelling beantwoord: Hoe kan, in het perspectief van de Theory of Constraints, de (sub-)keten voor CVA-patiënten, die na behandeling nog revalidatie nodig hebben, middels het creëren van een transmurale afdeling (buffer), opnieuw worden ingericht zodat het aantal verkeerde beddagen op de revalidatieafdeling van een verpleeghuis wordt beperkt en de beddencapaciteit doelmatig wordt benut? Als onderzoek setting is gekozen voor de CVA-keten Eindhoven. Het onderzoek richt zich hierbij op de doorstroom vanuit het ziekenhuis naar een revalidatieafdeling van een verpleeghuis en vanuit de revalidatieafdeling naar de uiteindelijke ontslagbestemming. Om de patiëntenstroom binnen de CVA-keten te analyseren is er voor zowel de ziekenhuisfase (1888 CVA-patiënten) als voor de revalidatiefase op de revalidatieafdeling van een verpleeghuis (703 CVA-patiënten) een dataset samengesteld. Hierbij zijn gegevens gebruikt van patiënten die tussen januari 2008 en september 2012 zijn behandeld. Uit de analyse blijkt dat de CVA-keten nog veel winst kan behalen door de uitstroom vanuit de revalidatieafdeling te optimaliseren. Deze conclusie komt overeen met de eerdere studies van het Universitair Verpleeghuis Netwerk Zuid-Holland (UVN-ZH) uit 2008 (ETC Tangram, 2008) en Milliman in 2010 (Milliman, 2010). Door het creëren van een bufferafdeling voor uitbehandelde CVA-patiënten, welke wachtende zijn op een plek op een longstay afdeling, kan het aantal verkeerde ligdagen worden beperkt. In dit onderzoek is onderzocht welke vorm het meest doelmatig is: een bufferafdeling op ketenniveau (gedeelde buffer voor alle instellingen), een bufferafdeling per organisatie of een buffer per revalidatieafdeling. Uit de kwantitatieve analyse blijkt dat een gedeelde buffer voor de gehele CVA-keten het meest doelmatig is. Bij deze vorm is de benodigde capaciteit het laagste en de bezettingsgraad het hoogst. Om de doorstroom vanuit de revalidatieafdeling verder te optimaliseren dient de CVA-keten eerder capaciteiten bij een vervolginstelling te reserveren. Uit het onderzoek blijkt dat de Barthel-score na vier dagen in het ziekenhuis en de situatie voor opname goede voorspellers zijn van zowel de ontslagbestemming vanuit het ziekenhuis als de ontslagbestemming vanuit de revalidatieafdeling. De combinatie van buffermanagement en het voorspellen van de ontslagbestemming zou moeten leiden tot een soepele doorstroming en een verkorting van de ligduur binnen de CVA-keten.

, , ,
Vissers, J.
hdl.handle.net/2105/15643
Master Zorgmanagement
Erasmus School of Health Policy & Management

Wilbers, A.J.A. (2013, September 27). REVALIDATIE NA EEN BEROERTE: OP HET JUISTE MOMENT OP DE JUISTE PLEK!?. Master Zorgmanagement. Retrieved from http://hdl.handle.net/2105/15643