In deze scriptie is de invloed van de economische crisis op de Nederlandse betaald voetbalorganisaties onderzocht aan de hand van een aantal variabelen, waaronder de netto-omzet, de bedrijfslasten, het bedrijfsresultaat na belasting, het aantal werknemers en het eigen vermogen. Deze variabelen zijn zo specifiek mogelijk opgesplitst in subvariabelen, waardoor er een goed beeld ontstaat over waar de economische crisis het grootste effect op heeft. Gezien het feit dat er in korte tijd vier clubs failliet gingen, is het interessant om te bekijken hoe het gesteld is met de financiële situatie van de overgebleven voetbalclubs. In het onderzoek zijn de jaarrekeningen van Ajax, FC Groningen, FC Utrecht, Feyenoord, PSV, Roda JC en sc Heerenveen tijdens de seizoenen 2004/2005 tot en met 2011/2012 onder de loep genomen. Deze voetbalclubs zijn de gehele onderzoeksperiode in de Eredivisie actief geweest. Aan de hand van bevindingen uit de resultatenrekening is vervolgens per club een SWOT-analyse opgesteld. De economische crisis heeft vooral effect op de mediabaten van de onderzochte betaald voetbal organisaties. Ook heeft een groot aantal clubs er uit bezuinigingsoverwegingen voor gekozen om te snijden in de salariskosten. Het aantal werknemers werd verkleind. Verder heeft de economische crisis een negatieve uitwerking op het bedrijfsresultaat van de clubs. Door de grote hoeveelheid verliezen is de omvang van het eigen vermogen bij veel bvo’s flink verslechterd, waardoor er problemen in de toekomst kunnen ontstaan. De economische crisis treft dus ook de Nederlandse voetbalclubs. Uit de SWOT-analyses blijkt dat de sterkheden flink verschillen per club. Wel kan worden gesteld dat de drie traditionele topclubs (Ajax, Feyenoord en PSV) nog steeds voordeel halen uit hun rijke historie. Het grootste zwaktepunt van de meeste clubs is dat er maar weinig positieve resultaten voor afschrijving en vergoedingssommen worden behaald. Verder geldt dat de geografische ligging van een club zowel een kans als een bedreiging kan zijn. De andere belangrijke bedreigingen zijn de wetgeving omtrent jeugdcontracten en het dreigende verlies van startplekken in de lucratieve Europese toernooien. Tot slot blijkt dat er drie clubs zijn die beleidsmatig op de goede weg zitten, namelijk Feyenoord, Roda JC en sc Heerenveen. Ook Ajax, FC Utrecht en FC Groningen scoren een ruime voldoende, al moet de laatste club meer inzetten op een minder risicovol transferbeleid. Slechts van PSV kan worden gesteld dat er een slechte strategie is gekozen. Nog steeds stijgen de kosten en worden er dure spelers aangetrokken. De betaald voetbal organisatie uit Eindhoven zal dus structurele beleidsveranderingen moeten doorvoeren om haar financiële gezondheid te waarborgen.