Achtergrond: Het wordt steeds drukker op de Spoedeisende Hulpafdelingen van de Nederlandse ziekenhuizen. Om deze drukte goed te kunnen verwerken, werkt men met triagesystemen. Het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport wil landelijk overgaan op het Nederlandse Triage Systeem. Dit nieuwe triagesysteem moet zorgen voor het samenbrengen en afstemmen van de zorg tussen de bij acute zorg betrokken partijen. Doelstelling: Het bepalen van de gevolgen die het Nederlands Triage Systeem heeft op de kwaliteit van spoedzorg. Om de gevolgen voor de kwaliteit van spoedzorg in kaart te kunnen brengen, is het Nederlands Triage Systeem onderzocht op het gebied van veiligheid, effectiviteit, patiënt – gerichtheid, tijdigheid, efficiency en gelijkheid. Onderzoeksdesign: Een kwalitatief onderzoek bestaande uit interviews met artsen en verpleegkundigen van verschillende Spoedeisende Hulpafdelingen. Daarnaast zijn er een doktersassistente en een huisarts van een huisartsenpost geïnterviewd. De respondenten zijn geselecteerd uit vier verschillende Spoedeisende Hulpafdelingen. Hierbij is binnen drie Spoedeisende Hulpafdelingen geselecteerd op bestaande contacten met SEH verpleegkundigen. Deze SEH verpleegkundigen hebben vervolgens een SEH arts aangedragen. Ook de huisarts is geselecteerd op basis van een bestaand contact. De SEH arts, SEH verpleegkundige en doktersassistente van de vierde SEH zijn random geselecteerd op ervaring door de SEH manager van het betreffende ziekenhuis. Bij het afnemen van de interviews is gebruik gemaakt van semi – gestructureerde vragenlijsten. Naast de interviews is er in dit onderzoek gebruik gemaakt van literatuur. Omgeving: Spoedeisende Hulpafdelingen uit de regio Den Haag. Belangrijkste uitkomstmaten: Veiligheid, effectiviteit, patiënt – gerichtheid, tijdigheid, efficiency en gelijkheid, naar verwachting van de respondenten, gecombineerd met inzichten uit de literatuur. Methodesectie: Nadat alle informatie uit de interviews en literatuur verzameld was is alle informatie uitgesplitst naar deelonderwerpen. Vervolgens zijn de uitkomsten uit de verschillende interviews en literatuur per deelonderwerp naast elkaar gelegd. De analyse heeft vervolgens plaats gevonden per deelonderwerp. Resultaten: 10 respondenten hebben aan dit onderzoek deelgenomen. Drie van deze respondenten werkte al met het Nederlands Triage Systeem, zeven van de respondenten werkte met het Manchester Triage Systeem. Acht van de tien respondenten uitte twijfels over de veiligheid van de triage, vooral met betrekking tot de telefonische triage en de triage van zelfverwijzers door een doktersassistent. Op het gebied van effectiviteit, efficiency en tijdigheid wordt er een positief effect verwacht van het Nederlands Triage Systeem. Met name de doorverwijzing van laag urgente patiënten naar de huisartsenpost zorgt voor een besparing in de zorgkosten, reductie van onnodige zorgverlening en een mogelijke verkorting van de wachttijden voor de laag urgente patiënten. Op de patiënt gerichtheid en gelijkheid in het Nederlands Triage Systeem zijn geen verwachte gevolgen. Conclusie: Er wordt een positief effect verwacht van het Nederlands Triage Systeem op de kwaliteit van spoedzorg. Er zijn enkel nog twijfels over het effect van het Nederlands Triage Systeem op de veiligheid van spoedzorg. Deze twijfels hebben betrekking op de triage van zelfverwijzers door een doktersassistent en de telefonische triage en zullen verder onderzocht moeten worden.