Na het intreden van de financiële crisis in 2008 is door de Rijksoverheid veel vastgoed te koop aangeboden. Dit is mede het gevolg van de grote bezuinigingsopgave die bij het Rijk aanwezig is, maar ook ingegeven door reorganisaties en veranderingen in de manier van werken. Tot het vastgoed dat wordt afgestoten, behoort ook veel monumentaal vastgoed. Het monumentale vastgoed is vaak centraal gelegen in steden. Dit is ontstaan doordat door de jaren heen rondom monumenten, vastgoed is getransformeerd en uitbreidingen met nieuw vastgoed hebben plaatsgevonden, waardoor het veelal een kernfunctie heeft gehad. Bij de verkoop van het vastgoed heeft het Rijk overwegend een financieel belang, terwijl gemeenten waarin het vastgoed is gelegen, veelal een maatschappelijke verantwoordelijkheid hebben met betrekking tot de ontwikkeling van hun stad. In dit onderzoek is ingegaan op de wijze waarop gemeenten sturing kunnen geven aan het verkoopproces van het Rijk bij binnenstedelijk gelegen monumentale complexen. Het onderzoek beperkt zich tot middelgrote steden, aangezien de urgentie en relevantie voor deze gemeenten het grootst is.