Het literaire werk van James Joyce wordt vaak afgedaan als simpelweg onleesbaar. Dit terwijl er al decennia lezers en literatuurcritici bezig zijn om het werk te lezen, te bestuderen en te interpreteren. Het werk van Joyce roept daarmee de vraag op wat we verstaan onder 'leesbaar' en 'onleesbaar'. Via de taalfilosofie van Jacques Derrida, die een reactie is op de taalfilosofie van Ferdinand de Saussure, beargumenteer ik in deze thesis dat Joyce wel degelijk leesbaar is. Daarbij wil ik ook recht doen aan de claim dat dit niet het geval is. De filosofie van Derrida maakt ook inzichtelijk hoe dit meningsverschil over de leesbaarheid van het werk van Joyce kan bestaan.

, ,
Dr. G.A.M. Groot
hdl.handle.net/2105/17622
Erasmus School of Philosophy

T. Visser. (2014, December 15). De onleesbaarheid van James Joyce. Retrieved from http://hdl.handle.net/2105/17622