In deze master thesis beschrijf ik de wijze waarop de Europese Unie (EU) betrokken is bij de herdenking van de Eerste Wereldoorlog in 2014, precies een eeuw nadat de eerste schoten werden gelost in Sarajevo. Daarnaast vergelijk ik de herinnering van de “Europese burgeroorlog”, een term van de Italiaanse Europarlementariër Sergio Berlato, met de nationale herdenkingsprogramma’s van Duitsland en Groot-Brittannië. Deze twee landen heb ik om verschillende redenen gekozen, maar de twee voornaamste zijn het gegeven dat ze lijnrecht tegenover elkaar stonden gedurende de oorlog en de verschillende posities binnen de huidige EU. Hoewel veel herdenkingen plaatsvinden op regionaal en lokaal niveau, concentreer ik me op het nationale speelveld, omdat ik geïnteresseerd ben in mogelijke overeenkomsten of spanningen met het transnationale, Europese herdenkingskader. Om een beeld te krijgen van dit laatste, analyseer ik de herdenkingsplannen van de Europese Commissie (EC), het uitvoerende orgaan van de EU. Mijn belangrijkste bronnen zijn beleidsdocumenten die geschreven zijn door/voor de EC. Voor het nationale perspectief baseer ik me op verslagen van parlementsvergaderingen, overheidswebsites en mediaberichtgeving. Hoewel er enkele kleinere Europese herdenkingsprojecten georganiseerd worden, is het Europe for Citizens-programma (2014-2020) de speerpunt van herdenkingsbeleid van de EC. Net als zijn voorganger, dat tussen 2007 en 2013 liep, verbindt het programme ‘active European remembrance’ aan Europees burgerschap. Volgens EC-president Jose Manuel Barroso staat de EU voor haar grootste uitdaging, door de economische crisis, maar zeker ook door een crisis in het vertrouwen. De uitslagen van de verkiezingen voor het Europese Parlement in 2014 lijken zijn gedachtegang te bevestigen; eurosceptische partijen versterkten hun positie immers aanzienlijk. Herinnering speelt een meer prominente rol in deze tweede run van het programma: waar er tussen 2007 en 2013 slechts vier procent van het budget aan herdenkingen werd besteed, is dit in de komende zes jaar ruim een vijfde van het totale budget (186 miljoen euro). Voor 2014 is de ‘centenary’ van de Eerste Wereldoorlog een van de herdenkingsprioriteiten van de EC, samen met de 25ste verjaardag van de Val van de Muur en het jubileum van de EU-uitbreiding van 2004. Het idee achter het programma is dat een gedeeld gevoel van verleden, een 'culture of remembrance based on shared European values’, bij zou dragen aan (de vorming van) een Europese identiteit en actiever burgerschap. De Commissie zet de herinnering aan onder andere de Eerste Wereldoorlog dus bewust in met een hedendaags doeleinde in het achterhoofd: een proces dat ook omschreven wordt als ‘memory politics’. De twee nationale herdenkingsprogramma’s verhouden zich zeer verschillend tot dit narratief van een gedeeld verleden. Het Britse Centenary programme – over de periode 2014-2018 goed voor 60 miljoen euro – is sterk op de eigen natie gericht. Daarnaast wordt er aandacht besteed aan de rol het Gemenebest tijdens de oorlog. De focus op de eigen natie en op delen van het voormalige Empire zou een manier kunnen zijn om om te gaan met de ‘crisis of Britishness’, een door verschillende experts beschreven toenemend verlies aan gevoel van Britse identiteit. Waar het woord ‘Europa’ min of meer afwezig is in het Britse programma, beandrukt de Duitse overheid juist sterk het belang van een vereend Europa, ook met het oog op Eerste Wereldoorlogherdenkingen. Het concept ‘Versöhnung’, verzoening tussen voormalige vijanden, en het streven naar een sterke EU zijn met elkaar verstrengeld in het overigens kleinschalige Duitse herdenkingsprogramma (circa 4 miljoen euro). In beide programma’s lijkt dus sprake van ‘memory politics’ en in beide gevallen herdenken de landen in lijn met hun houding ten opzichte van de huidige EU.

, , , , , , , ,
Adriaansen, Robbert-Jan
hdl.handle.net/2105/17835
Maatschappijgeschiedenis / History of Society
Erasmus School of History, Culture and Communication

Eijnden, Sam van den. (2014, August 29). Honderd jaar ‘Europese burgeroorlog’. Maatschappijgeschiedenis / History of Society. Retrieved from http://hdl.handle.net/2105/17835