In 1813 ontstond het Verenigde Koninkrijk der Nederlanden. De vereniging van de Noordelijke en de Zuidelijke Nederlanden was geen lang leven beschoren. Op 25 augustus 1830 brak er een opstand uit in Brussel. Doordat de autoriteiten niet goed wisten in te grijpen, kon de opstand zich verder uitbreidden over andere delen van de Zuidelijke Nederlanden. Een maand later stuurde de Nederlandse regering het leger naar Brussel. De herovering van Brussel op de opstandelingen liep uit op een mislukking. Op 4 oktober 1830 riep het Voorlopig Bewind de onafhankelijkheid van Belgiƫ uit. Een dag later deed koning Willem I een oproep aan de natie om de wapens op te pakken. De Belgische soldaten waren gedeserteerd. Om de grenzen te bewaken, deed de koning zijn oproep. Hieraan gaven ruim 11.000 mannen gehoor. Uit de literatuur is gebleken dat in de jaren voor de oproep van de koning er veel verzet was tegen dienstplicht. Deze thesis richtte zich op de vraag waarom zoveel mannen bereid waren om zich vrijwillig op te geven. Dit is onderzocht aan de hand van dagboeken en controlelijsten. De controlelijsten zijn gebruikt om een profiel op te stellen van de vrijwilligers. Dit profiel bevatte de variabelen geboorteplaats, leeftijd, burgerlijke staat en beroep. De dagboeken zijn gebruikt om de beweegredenen van de vrijwilligers te achterhalen. Hieruit is naar voren gekomen dat nationalisme en sociale druk voor bijna elke vrijwilliger de grootste factoren waren die meespeelden in hun motivatie om zich op te geven. Sociale druk uitte zich in het feit dat vrijwilligers zich opgaven met vrienden en kennissen. In sommige plaatsen werd er belang gehecht aan wie zich opgaf. De nationale hartstocht die de meeste vrijwilligers dreef, was een grote reden om zich op te geven. Voor hen telde het verdedigen van en het strijden voor het vaderland als de voornaamste reden dat ze zich opgaven. Andere redenen die soms in mindere mate meespeelden, waren de waarde die aan orde en recht werd gehecht, loyaliteit aan de koning en religie. In het laatste hoofdstuk is een beeld geschetst van de ervaringen van de vrijwilligers voor, tijdens en na de Tiendaagse Veldtocht. Dit is afgezet tegen de meestal geromantiseerde verwachtingen die de meeste vrijwilligers hadden. Hun dienstverband bestond voornamelijk uit wachtlopen, exerceren en verveling. Sommigen kwamen tijdens de campagne niet eens in actie. Desondanks keken de meeste vrijwilligers met trots terug op hun dienstverband.

, , , ,
Dijck, Maarten van
hdl.handle.net/2105/17836
Maatschappijgeschiedenis / History of Society
Erasmus School of History, Culture and Communication

Geschiere, Cis. (2014, August 29). Schutterijen in Zuid-Holland en de Belgische opstand. Maatschappijgeschiedenis / History of Society. Retrieved from http://hdl.handle.net/2105/17836