In 1968 verscheen in Nederland het boek Gesprek met morgen vanuit een samenwerking tussen Fred L. Polak en H.F. van Loon. Eppo Doeve, die net als Polak een populair figuur was in de jaren zestig, heeft de illustraties verzorgd. In het boek komen allerlei thema’s aan bod met betrekking tot de toekomst, met als aanleiding het door Polak geconstateerde tijdperk van de automatie. Gesprek met morgen heeft drie stappen in zijn argumentatie. Allereerst is de techniek, met name de computer en daaruit voortvloeiende automatisering, de oorzaak van vele veranderingen in de wereld. Ten tweede is een bewustzijn van de toekomst volgens Polak noodzakelijk omdat snelle veranderingen zich voor zullen doen. Ten derde is er, vanwege de snelle veranderingen, een goede wetenschappelijke begeleiding nodig die ervoor kan zorgen dat de toekomst naar eigen hand gezet kan worden. Systematisch toekomstonderzoek en toekomstscenario's zouden de mens voorbereiden op de toekomst. De tekeningen van Doeve roepen bij de lezer de vraag op hoe hij wil dat zijn toekomst eruit komt te zien. Dit onderzoek laat zien welke positie de argumentatie in het voor een breed publiek geschreven boek Gesprek met morgen in de context van de jaren zestig toegekend kan worden en hoe die positie te verklaren is. Er wordt een kwalitatieve vergelijking gemaakt tussen Gesprek met morgen en andere populaire uitingen van toekomstverhalen op basis van de wijze waarop er over techniek gesproken wordt en het doel waarmee techniek in de verhalen ingezet wordt. Het boek wordt om die reden vergeleken met de populaire geïllustreerde tijdschriften Panorama, Illustratie, (Nieuwe) Revu, Libelle en De vrouw en haar huis. Van deze tijdschriften is de gehele jaargang 1968 bestudeerd. Daarnaast wordt Gesprek met morgen in de context van de jaren zestig geplaatst. Nederland was immers snel en hevig aan het veranderen in deze periode op onder andere het gebied van politiek, religie en sociale verhoudingen. De belangrijkste conclusies zijn als volgt: de techniek en verwijzingen naar maatschappelijke veranderingen in de jaren zestig zijn het frame waarmee Polak zijn argumentatie heeft opgebouwd, maar uiteindelijk middelen om zijn eigenlijke verhaal duidelijk te maken. Er moet in Nederland erkenning komen voor het toekomstonderzoek waar Polak in Amerika al een rol in speelt en dat hij ook in Nederland wil doorvoeren. Polak schaart zich onder onderzoekers die de toekomst vrij optimistisch tegemoet zien, maar alleen wanneer die geleid wordt door een beperkte groep mensen met een wetenschappelijk gefundeerd inzicht in de toekomst.

, , , , , ,
Lente, Dick van
hdl.handle.net/2105/17838
Maatschappijgeschiedenis / History of Society
Erasmus School of History, Culture and Communication

Dijke, Sanne van. (2014, August 29). 1968: Het begin van de toekomst. Maatschappijgeschiedenis / History of Society. Retrieved from http://hdl.handle.net/2105/17838