Hoe komt het dat mensen zich onveilig voelen in hun buurt, ondanks dat de objectieve criminaliteitsgegevens hier geen aanleiding toe geven? In dit onderzoek zijn zeven hypothesen getest om erachter te komen of de homogeniteitstheorie, polarisatietheorie, reuringtheorie of publieke familiariteit een verklaring kunnen bieden voor de discrepantie die bestaat tussen feitelijke onveiligheid en gevoelens van onveiligheid. Vooraf werd verwacht dat heterogeniteit, polarisatie, reuring en een lage mate van publieke familiariteit zou leiden tot lagere gevoelens van veiligheid in een buurt. De dataset die is gebruikt komt voort uit de veiligheidsmonitor, waarvoor in 2009 13.091 respondenten, verdeeld over 80 Rotterdamse buurten zijn ondervraagd. Omdat het hier gaat om geneste data, was het mogelijk een multilevelanalyse uit te voeren om zo buurteffecten te onderscheiden van compositie-effecten. Er kan geconcludeerd worden dat wanneer het gaat om gevoelens van veiligheid in de eigen buurt, etnische homogeniteit het verwachte effect heeft. In etnisch homogene buurten voelen bewoners zich namelijk veiliger dan in etnisch heterogene buurten. Ook publieke familiariteit doet er toe, maar heeft het tegenovergestelde effect dan voorafgaand aan het onderzoek verwacht werd. Hetzelfde is voor inkomenspolarisatie het geval. Voor vervolgonderzoek raad ik dan ook aan de factoren inkomenspolarisatie en publieke familiariteit nader te onderzoeken. De andere factoren, inkomenshomogeniteit, etnische polarisatie, en reuring op economisch en etnisch gebied doen er, wanneer het gaat om gevoelens van veiligheid in de eigen buurt in Rotterdam niet toe.

, ,
Waal, Dr. J. van der (Jeroen), Veld, Dr. T.W.M. (Theo)
hdl.handle.net/2105/18053
Sociology
Erasmus School of Social and Behavioural Sciences

Lubbers, N.R. (Niels). (2013, August 31). Wat verklaart onveiligheidsgevoelens in Rotterdamse buurten: diversiteit, polarisatie, reuring, of publieke familiariteit?. Sociology. Retrieved from http://hdl.handle.net/2105/18053