Rond het jaar 2005 is in Rotterdam een nieuw beleid van kracht geworden. Dit beleid had als doelstelling om minderheden meer te laten integreren in de maatschappij. De focus lag hierbij vooral op probleemgezinnen en multi probleem gezinnen die voor de hulpverlening moeilijk toegankelijk waren. Binnen deze beleidscontext is het sociaal team opgericht om deels preventief te werk te gaan om deze gezinnen te begeleiden. Ondanks de problemen waarin vele gezinnen verkeerden bij aanvang van de hulptrajecten bleek in een aantal gevallen dat de hulpverlening niet werd gewaardeerd en er zelfs spanningen en irritaties ontstonden tussen de gezinnen en de hulpverleners. Dit had in een aantal gevallen tot gevolg dat het hulptraject werd stopgezet. Desondanks was er op het moment van stopzetting vaak bij de gezinnen nog de behoefte aan hulp omdat nog niet alle problemen waren opgelost. In zekere zin is het daarom ook opmerkelijk te noemen dat de hulp werd stopgezet: de mensen om wie het gaat zijn immers nog hulpbehoevend. In deze thesis staat een weergave van het onderzoek dat is gedaan bij de gezinnen die uitvielen uit de hulpverleningstrajecten van de sociale teams en de daarbij betrokken hulpverleners. Middels interviews is getracht een beeld te krijgen waarom de gezinnen zijn uitgevallen. Hierbij is het uitgangspunt geweest om zoveel mogelijk beide partijen te belichten zowel de professionals als de cliënten. De onderzoeksvraag die is opgesteld om dit goed te kunnen analyseren betreft: " Wat zijn de oorzaken van uitval van kwetsbare gezinnen die in Rotterdam door de sociale teams worden begeleid? " Om het proces van uitval goed te kunnen verklaren is het belangrijk om de achterliggende context te begrijpen. Om die reden wordt er in deze thesis nader ingegaan op de theorie van het civilisatie proces. Ook wordt er gekeken naar de constructie van het huidige publieke domein en het private domein en zal er uiteindelijk naar de mismatch tussen beleid en realiteit worden gekeken. Hierbij wordt er nauwgezet ingezoomd op de werkwijze van de professionals en de beleving daarvan van de cliënt. Beide partijen komen aan bod en er zal per deelonderwerp een beeld geschetst worden van hoe de interactie tussen beiden partijen verloopt. Op deze manier zal steeds duidelijker worden waar de samenwerking goed verloopt en ook waar het juist minder goed verloopt. Door dit zo gedetailleerd mogelijk weer te geven, komen de onderliggende mechanismen bloot te liggen die spanningen veroorzaken binnen cliënt hulpverleners relaties. In het laatste hoofdstuk zal worden ingegaan op hoe het formele werkkader van het sociaal team het werk vormgeeft en wat de uitwerking ervan is binnen hulprelaties. Zo zal getracht worden een beeld te scheppen van de context waarbinnen uitval plaatsvindt en de mechanismen en gedragingen van de betrokkenen die daarbij betrokken zijn.

, , , ,
San, Dr. M.R.P.J.R. van (Marion), Veld, Dr. T.W.M. (Theo)
hdl.handle.net/2105/18095
Sociology
Erasmus School of Social and Behavioural Sciences

Wartena, V.S.S. (Vincent). (2013, August 31). Stoppen met de hulp, een wederzijds gevoel?. Sociology. Retrieved from http://hdl.handle.net/2105/18095