In dit onderzoek staat de mate van bevlogenheid van de bijstandsconsulenten die werkzaam zijn bij de sociale diensten van de G4-gemeenten centraal. De mate van bevlogenheid van de bijstandsconsulenten in de G4-gemeenten kan worden verklaard door de mate waarin zij autonoom beslissingen kunnen nemen, sociale steun van collega’s en leidinggevende ontvangen, feedback op hun prestaties krijgen, ontplooiingsmogelijkheden en afwisseling in het werk hebben (gezamenlijk de werkgerelateerde hulpbronnen genoemd). De sterkte van dit verband wordt beïnvloed door de werkdruk die de bijstandsconsulenten ervaren; bij een hogere werkdruk wordt de relatie tussen het gebruik van werkgerelateerde hulpbronnen en de mate van bevlogenheid van de bijstandsconsulenten in de G4-gemeenten sterker. Daarnaast toont dit onderzoek aan dat het unieke werkproces van Amsterdam van invloed is op het gebruik van werkgerelateerde hulpbronnen, wanneer organisatieverblijftijd, op grond van een veldexperiment, wordt meegenomen in de analyse. Op basis van de analyses is geconcludeerd dat de hypothesen deels kunnen worden bevestigd, wanneer deze worden toegepast op de specifieke doelgroep van bijstandsconsulenten uit de G4-gemeenten.

, , , , , ,
Humburg, Dr. V.M.F. (Vincent), Kuipers, Dr. B.S. (Ben)
hdl.handle.net/2105/18170
Public Administration
Erasmus School of Social and Behavioural Sciences

Seuren, A. (Anne), & Sinkeldam, N. (Natasja). (2014, April 11). Wat maakt bevlogen?. Public Administration. Retrieved from http://hdl.handle.net/2105/18170