De wetenschappelijke sector is de laatste decennia sterk aan het veranderen op het gebied van personeel. Daar waar de klassieke wetenschap werd bedreven door voornamelijk blanke mannen van middelbare leeftijd is er inmiddels sprake van veel meer diversiteit. Ook vrouwen zijn toegetreden tot de wetenschappelijke arena. Bij de EUR blijkt echter dat het moeilijk is voor vrouwen om zich te handhaven in de top van de wetenschappelijk staf. Andere wetenschappelijke literatuur suggereert dat vrouwen moeilijk hun draai kunnen vinden in de masculiene organisatieculturen van wetenschappelijke instituten en universiteiten. Heeft de personeelssamenstelling van de EUR invloed op de gepercipieerde promotiekansen van zijn wetenschappers? En welke rol speelt organisatiecultuur in deze relatie? Dit zijn vragen die voortkomen uit de geconstateerde problematiek en vormen samen de centrale vraag van dit onderzoek. Uit het onderzoek blijkt dat faculteiten waar voornamelijk mannen werkzaam zijn zich significant meer kenmerken door een masculiene organisatiecultuur dan faculteiten waar de verhouding tussen mannen en vrouwen relatief gelijk is. Daarnaast wordt er geen direct effect van genderdiversiteit op gepercipieerde promotiekansen gevonden. Deze masculiene organisatiecultuur blijkt negatief te zijn voor de gepercipieerde promotiekansen van zowel mannelijke als vrouwelijke wetenschappers. Dit effect blijkt voor vrouwelijke wetenschappers echter veel groter te zijn dan voor mannelijke wetenschappers.

, , , , ,
Groeneveld. Dr. S.M. (Sandra), Dulk, Dr. L. den (Laura)
hdl.handle.net/2105/18192
Public Administration
Erasmus School of Social and Behavioural Sciences

Broekharst, D.S.E. (Damien). (2014, September 19). Diversiteit op de universiteit. Public Administration. Retrieved from http://hdl.handle.net/2105/18192