Ondernemend gedrag in de publieke sector

De aanleiding van deze scriptie is de ontwikkeling van consulenten bij Werk en Inkomen van de gemeente Rotterdam richting ondernemend gedrag. In deze scriptie wordt onderzocht wat men in theorie verstaat onder ondernemend gedrag en de randvoorwaarden die hiervoor noodzakelijk zijn en vervolgens deze theorie vergeleken met wat er bij consulenten daadwerkelijk gebeurt. Middels dit inzicht wordt een bijdrage geleverd aan de ambitie om consulenten te ontwikkelen naar ondernemend gedrag. Ondernemend gedrag bestaat uit de elementen proactiviteit, innovatief en risico nemen en is afhankelijk van externe randvoorwaarden, zoals politiek, complexiteit en dynamiek. Interne randvoorwaarden als leiding, beloningsstelsel, structuur en individuele randvoorwaarden als veranderbereidheid. Middels vragenlijsten, interviews en observaties zijn de elementen ‘proactiviteit, innovatief en risiconemen’ en de randvoorwaarde ‘veranderbereidheid’ onderzocht in de praktijk. Geconcludeerd kan worden dat met name het element ‘innovatief’ niet aanwezig is bij de consulenten. Proactiviteit en risiconemen zijn wel aanwezig, maar door de manier waarop de functie van consulent en de organisatie is vormgegeven komt dit niet optimaal tot uiting. Consulenten zijn in de regel positief over ondernemend gedrag, maar zien belemmeringen om dit tot uiting te laten komen. De elementen van ondernemend gedrag zijn wel aanwezig binnen de organisatie, maar deze manifesteren zich niet bij één persoon, waardoor je eerder kunt spreken van een ‘ondernemende organisatie, dan van een ondernemende consulent’. Aangezien veel randvoorwaarden voor ondernemend gedrag, bij het cluster Werk en Inkomen niet de juiste kenmerken vertonen om ondernemend gedrag tot uiting te laten komen is het aan te bevelen, te onderzoeken wat de optimale bijdrage van de consulenten kan zijn aan de verdere ontwikkeling van de organisatie en vervolgens te zorgen dat de consulenten gefaciliteerd worden om ook daadwerkelijk deze bijdrage te kunnen leveren. Hiermee verandert het uitgangspunt van: ‘we willen dat consulenten ondernemend zijn’, naar ‘we willen dat consulenten in staat zijn, gegeven hun functie, een zo goed mogelijke bijdrage te leveren aan de verdere ontwikkeling van de organisatie’.