Initiatieven van bewoners en (sociale) ondernemers worden steeds belangrijker om de samenleving goed te laten functioneren. Het zijn niet alleen meer initiatieven, het zijn vooral initiatieven die meer omvatten dan alleen een buurtactiviteit of een verbetering van een bestaande situatie. Bewoners denken na over hun rol in de wijk als één werkend geheel. Dat gaat over zorg, werk en samenleven, taken waar de overheid en de professionals tot op heden zelf het beleid bepaalden. Dit veroorzaakt een (wederzijdse) zoektocht naar nieuwe vormen van samenwerking of overdracht van taken. De vragen voor de overheid daarbij zijn: ‘vasthouden, loslaten of samenwerken?, wat is de motivatie van de burger om de taken van de overheid over te nemen?, wat is het effect van overheidssturing op initiatieven?, wanneer heeft de overheidsprofessional bemoeienis bij een burgerinitiatief?’. Het onderzoek beoogt met theorieën over netwerksturing, participatiemotivatie en doe-democratie, inzicht te geven in de Barendrechtse participatiepraktijk. De focus van het onderzoek richt zich op het handelingsperspectief van de Barendrechtse samenleving, participatiemotivatie. Participatiemotivatie wordt in dit onderzoek onderbouwd met de Self-Determination Theory van de Amerikaanse onderzoekers Deci en Ryan. Deze theorie baseert zich op de drie basisbehoeften van de mens die nodig zijn voor zelfontplooiing: competence, relatedness en autonomy. Uitgaande van deze basisbehoeften is onderzocht wat voor effect, de drie typen netwerksturing: stimuleren, faciliteren en coproductie, hierop hebben. Tot slot wordt onderzocht of de gehanteerde sturingsstijl heeft geleid tot actief burgerschap en doe-democratie. Voor het onderzoek zijn voor iedere sturingsstijl twee, en in totaal zes casussen geselecteerd. Op deze manier is er sprake van ‘contrasterende cases’ waardoor de oorzaak-gevolgrelatie beter vastgesteld kan worden. Met de betrokken initiatiefnemers of participanten zijn diepte-interviews gehouden en er is een SRQ-test (Self-Regulation Questionnaire) afgenomen. Uit de analyse van de empirische resultaten blijkt dat de casussen binnen de sturingsstijl faciliteren, het hoogst scoren op het bereiken van actief burgerschap en doe-democratie. De basisbehoefte autonomie blijkt daar grote invloed op te hebben, beide respondenten scoren daar hoog. De casussen, binnen de sturingsstijl stimuleren, scoren matig tot laag op het ontwikkelen van actief burgerschap en doe-democratie. Daarbinnen laat de casus Buurt Bestuurt potentie zien voor het ontwikkelen van actief burgerschap en doe-democratie, en de casus Buurtpreventie minder. De casussen binnen de sturingsstijl coproductie, laten beiden een geringe score zien op het bereiken actief burgerschap en doe-democratie. In dit onderzoek is naar voren gekomen, dat het bieden van ruimte de beste resultaten oplevert om actief burgerschap te laten ontstaan. De sturingsstijl die daar het best bij past is faciliteren. Het maximale effect wordt aldus behaald met beperkte grip. Door gebruik te maken van de ‘Self Determination Theory’ is inzicht verkregen, waarop de sturing zich het best kan richten en wat de invloed is op de drie basisbehoeften. De inzet van sturing vereist van de gemeente meer bewustzijn en alertheid.

, ,
Edwards, Dr. A.E. (Arthur), Nederhand Msc, M.J. (Jose)
hdl.handle.net/2105/18505
Public Administration
Erasmus School of Social and Behavioural Sciences

Breugel, A.J. van (Arjen). (2015, June 12). Participatiemotivatie in Barendrecht. Public Administration. Retrieved from http://hdl.handle.net/2105/18505