De houdbaarheidsdatum van ambitie

Met dit onderzoek wordt getracht om arbeidsmotivatie onder ambtenaren met de leeftijd 52 jaar en ouder te meten en verklaren, door bestaande hypotheses uit de literatuur te confronteren met data uit de survey, te houden onder oudere medewerkers binnen de gemeente Leiden. De vraag die centraal staat in dit onderzoek is: ‘hoe kan arbeidsmotivatie onder ambtenaren met de leeftijd van 52 jaar en ouder worden verklaard?’. Wanneer de motiverende factoren gespecificeerd worden voor de doelgroep ouderen en ambtenaren, komt uit de literatuur naar voren dat voor ambtenaren een Public Service Motivation geldt (Buelens en Van den Broeck, 2007, Steijn, 2008, Wright, 2001 ). Uit de literatuur is gebleken dat interessant en betekenisvol/ belangrijk werk van invloed is op de werkmotivatie onder oudere ambtenaren. Deze twee kenmerken van het werk zelf zijn onderdeel van de public service motivation onder ambtenaren. Public service motivation bevat elementen zoals de mogelijkheid om een impact hebben op de publieke zaak, het hebben van toewijding aan het dienen van het algemeen belang, en een belang in het bereiken van sociale rechtvaardigheid (Buelens en Van den Broeck, 2007). Verantwoordelijkheid en de mate van invloed die een werknemer heeft, liggen volgens Deci en Gagne (2005) ten grondslag aan de intrinsieke motivatie. Mensen hebben het nodig om zich bevoegd en autonoom te voelen om hun intrinsieke motivatie te behouden (Deci en Gagne. 2005). Ouderen zouden volgens de literatuur meer belang hechten aan onafhankelijkheid en autonomie (Busch et al, 2010) en dit zou een grotere invloed hebben op de arbeidsmotivatie. Volgens de literatuur naar de motivatie onder ambtenaren kan een soortgelijk verband gevonden worden. Ook ambtenaren zouden meer waarden toekennen aan het hebben van autonomie op werk (Houston 2000, Buelens en Van den Broeck 2007). Ouderen hechten naast autonomie ook een sterk belang aan samenwerking met anderen op werk (Busch et al, 2010). Positieve sociale contacten en social support zijn belangrijke eigenschap voor oudere werknemers in organisaties (Busch et al, 2010). Ook komt naar voren dat oudere werknemers het belangrijk vinden om voldoening aan het gebruik van hun vaardigheden te krijgen en om te genieten van de kansen om creatief te zijn (Busch et al, 2010). Zelfactualisatie is specifiek voor ouderen een motivator, hoe meer men hun persoonlijke vaardigheden kan inzetten en kan ontwikkelen des te meer men gemotiveerd zal zijn..Naar mate een werknemer ouder wordt, hoe meer de perceptie van de eigen prestaties belangrijker wordt. Erkenning en waardering zijn centraal motiverende factoren voor het werken op een oudere leeftijd, hierbij gaat het om immateriële erkenning (Busch et al, 2010). Dit geldt ook voor ambtenaren, zij zijn meer gemotiveerd door het krijgen van erkenning op werk (Houston 2000, Buelens en Van den Broeck 2007). Uit de resultaten van dit onderzoek blijkt dat enkel voor PSM, zelfactualisatie en social support genoeg bewijs is om vast te stellen dat zij een verband hebben met arbeidsmotivatie. Voor autonomie, sociale relaties en erkenning is geen bewijs gevonden voor een verband met arbeidsmotivatie.