Rorty stelt twee verschillende houdingen ten opzichte van het westerse kennisproject tegenover elkaar: de traditionele epistemologische houding en de hermeneutische houding. Hij verwerpt het streven naar objectieve kennis als het dominante project van onze cultuur, waarmee ook de epistemologie als een zinvol vak op losse schroeven komt. Hij bepleit het belang van ‘Bildung’, in de zin van het kweken van gevoel voor andere tradities en vocabulaires. Voor de filosofie ziet Rorty alleen een rol weggelegd als zij zich losmaakt van de permanente vragen, zoals de vraag naar de fundering van onze kennis, waarmee zij zich in het verleden heeft bezig gehouden. In plaats daarvan zou de filosofie zich moeten richten op het maken van nieuwe zelfbeschrijvingen. Deze kunnen ons helpen nieuwe gebeurtenissen en ontwikkelingen in onze cultuur in te lijven door ze begrijpelijk te maken. De literatuur heeft deze rol al overgenomen.

,
F.H.H. Schaeffer
hdl.handle.net/2105/31435
Erasmus School of Philosophy

A.A. van der Werf. (2015, May 22). De toekomst van de filosofie volgens Rorty. Retrieved from http://hdl.handle.net/2105/31435