Sinds de jaren ’90 bestaat het begrip agentschappen ook in Nederland. Het betekent een interne verzelfstandiging waarbij er een scheiding wordt gemaakt tussen beleid en uitvoering. Beleid wordt uiteengezet binnen het departement en de uitvoering ligt bij het agentschap. Het komt voort uit het New Public Management waarin een meer bedrijfsmatige manier van werken binnen de overheid als centraal mechanisme wordt gezien om tot een meer resultaatgerichte en efficiënte overheid te komen. Gezien de rapporten en evaluaties in de empirie bestaat er nog steeds een discussie omtrent agentschappen. Het gaat hierbij ook over de aansturing van agentschappen. In de wetenschap is hier ook aandacht voor. Er is nog veel onduidelijkheid over agentschappen en de wijze van aansturing en verantwoording. Er worden in theorieën instrumenten beschreven die kunnen worden ingezet bij de aansturing van agentschappen. De klassieke instrumenten kenmerken zich door een grote mate van hiërarchie en de moderne instrumenten kenmerken zich door een meer horizontale relatie. In dit onderzoek wordt vanuit de empirie geconstateerd welke instrumenten daadwerkelijk worden ingezet. De aansturing van het CJIB, IND en het Agentschap Telecom wordt onder de loep genomen. De ingezette instrumentenmix bij de drie cases blijkt grotendeels overeen te komen. Dit kan worden verklaard vanuit het institutionalisme. De rol van het Ministerie van Financiën speelt daarbij een belangrijke rol. Er is sprake van een dwangmatig isomorfisme. De druk wordt vanuit Financiën gelegd op de aansturing van de agentschappen. Er is hier sprake van een principaal-agentrelatie, een hiërarchische relatie. De instrumentenmix kan zodoende voornamelijk worden verklaard vanuit dit dwangmatig isomorfisme, wat gekenmerkt wordt door een hiërarchische relatie. De verschillen in de instrumentenmix zijn beperkt tot het relatiemanagement. Contingente factoren leiden tot verschillen in het relatiemanagement. Dit is echter maar een zeer klein deel van de instrumentenmix die hierdoor wordt verklaard. Contingente factoren zijn de politieke risico’s, rol van vertrouwen en ICT-problematiek. Het leidt tot verschillen in het relatiemanagement. Verschillen in de instrumentenmix vinden zich hierdoor plaats bij het relatiemanagement. Wanneer er een groot vertrouwen is, is er sprake van een stewardshiptheorie en is er sprake van weinig relatie-afspraken. Kortom, de instrumentenmix kan grotendeels worden verklaard vanuit het institutionalisme. Het Ministerie van Financiën zorgt voor een recept voor de aansturing van agentschappen. Er is naast het recept slechts in beperkte mate de mogelijkheid tot variatie in de mix. De variatie ligt in het relatiemanagement.

Homburg, Dr. V.M.F. (Vincent), Meerkerk, Dr. I.F. van (Ingmar)
hdl.handle.net/2105/32056
Public Administration
Erasmus School of Social and Behavioural Sciences

Rijs, P.J. van (Pieter). (2015, August 28). Een Recept voor de Instrumentenmix. Public Administration. Retrieved from http://hdl.handle.net/2105/32056